Fans

Laura Hendriks 25 sep 2019

Ik zit in een cafeetje en staar naar buiten. Daar zie ik allemaal pubers met rugzakken die hun hele lichaam bedekken lopen en lachen. Er verschijnt een kleine glimlach op mijn mond als ik dat vrolijke tafereel zie en kijk dan weer naar mijn koffie. Ik neem een zuinig slokje en geniet van de rust. Dan denk ik terug aan vroeger, ongeveer 20 jaar geleden, toen ik geen seconde rust had, toen mensen mijn boeken verslonden alsof het hun lievelingseten was en om de haverklap mailtjes naar me stuurden met brandende vragen over vervolgboeken. Maar dat is nu niet meer. De pubers buiten hebben waarschijnlijk nog nooit van mij gehoord en zeker geen enkel boek van me gelezen en mijn rust is oneindig lang en saai. Daarom hoop ik stiekem dat er pubers zijn die mijn boeken ontdekken, zodat een nieuwe generatie ze opnieuw uitvindt, maar dat zal wel nooit gaan gebeuren. Dan kijk ik weer naar buiten en zie tot mijn verbazing 2 pubermeisjes van een jaar of 16 naar mij wijzen en dan richting de ingang lopen. Ik schud mijn hoofd, hou mezelf voor dat ik me dat ingebeeld heb en neem nog een slokje van mijn koffie.
‘Pardon, mevrouw, mag ik u wat vragen?’ hoor ik ineens naast me. Ik kijk verbaast op en zie dan de 2 pubermeisjes staan, waarvan er 1 nerveus naar haar handen kijkt en de ander zenuwachtig naar buiten staart.
‘Ja, natuurlijk,’ zeg ik, mijn verbazing proberen te verbergen.
‘U bent toch de schrijfster van dit boek?’ vraagt het meisje en ze houdt een exemplaar van een van mijn boeken omhoog.
‘Dat klopt, dat ben ik ja,’ zeg ik en ik voel dat ik enthousiast word; eindelijk herkennen pubers mij.
‘Mag ik dan met u op de foto?’ vraagt het meisje verlegen.
‘Natuurlijk mag dat,’ zeg ik lachend en ik ga naast het meisje staan terwijl het andere meisje, degene die de hele tijd naar buiten staarde, haar telefoon tevoorschijn haalt en de foto maakt.
‘Dank u wel,’ zegt het meisje blij nadat de foto is gemaakt en ze gecontroleerd heeft of hij goed gelukt is. ‘Mijn moeder is een grote fan van u, dus ik denk dat ze dit geweldig zal vinden.’
Na dat gezegd te hebben verlaten de meisjes het café weer en blijf ik beduusd achter. Zuchtend ga ik zitten en bedenk me dat de nieuwe generatie mijn boeken waarschijnlijk nooit zal ontdekken, of ze moeten een moeder hebben die een oude fan is uiteraard.