De vreemdeling uit Nederland
Ik zit in het vliegtuig. Ik ben onderweg naar een wereld waar alles anders is dan ik tot dan toe gekend heb. Waar ik de vreemdeling ben, me anders gedraag en er anders uit zie ten opzichte van de rest. De bewoners van deze wereld zijn heel vriendelijk. Ze maken graag kennis met me en willen alles weten over het land waar ik vandaan kom. Rijkdom, zoals wij dat kennen, bestaat hier niet. Wasmachines, stofzuigers en smartphones zijn er niet te vinden. Water haalt men bij de waterpomp en na zonsondergang zijn olielampen en kampvuren, tezamen met de prachtige sterrenhemel op een heldere avond, de voornaamste bronnen van licht.
Opeens hoor ik in de verte een haan kraaien. Langzaam worden het er meer en meer. Dan hoor ik twee mannen langslopen die een taal spreken die ik niet kan verstaan. Langzaam besef ik me waar ik ben. Ik heb niet gedroomd. Ik bevind me echt in een andere wereld. Ik ben in Oeganda, het land dat vanwege haar prachtige landschappen en veelzijdigheid aan flora en fauna ook wel ‘de parel van Afrika’ wordt genoemd. Ik verblijf in de noordelijke rurale gebieden van het land, in de hoedanigheid van onderzoeker.
In het ochtendgloren kijk ik naar de puntige daken van de kleine ronde hutjes die zo kenmerkend zijn voor deze omgeving. Een witte geit ligt rustig voor zich uit te staren. Wat zou ik de mensen uit mijn wereld graag kennis willen laten maken met de mensen uit deze wereld! Inmiddels hebben zich een aantal kinderen voor de deur van mijn vertrek verzameld. Giechelend proberen ze te achterhalen of hun gast, de blanke vreemdeling uit Nederland, al wakker is. Ik kijk nog steeds naar het dorpje, dat in de schemering een enorme rust uitstraalt. Het is bijna niet voor te stellen dat op deze plek ruim vijftien jaar geleden, tijdens een bloedige burgeroorlog die vooral berucht werd vanwege de inzet van tienduizenden kindsoldaten, de bewoners met geweld uit hun huisjes werden gejaagd en hun hele bestaan achter moesten laten. Gelukkig konden degenen die het overleefd hebben, hun leven hier na de oorlog weer opbouwen.
Terwijl ik vanuit mijn bed de omgeving nog één keer goed in mij op neem, neem ik mij voor om mijn ervaringen met deze wereld bij thuiskomst met zo veel mogelijk mensen te delen. Dan sta ik op. Ik open de deur van mijn vertrek en groet de kinderen die nog altijd nieuwsgierig staan te wachten. Zodra ik thuis ben, zal ik schrijven over de bewoners van deze wereld, de oorlogsslachtoffers, waarvan in Nederland bijna niemand weet dat ze bestaan.