De hondendief
Als ik mijn hond voor de ingang van de supermarkt aan een paal wil vastmaken, zoals wel vaker, ga ik plotseling twijfelen. Ik krijg een naar voorgevoel en overweeg zelfs om door te lopen maar ik zie niets verdachts en maak haar dan toch vast. In de winkel kijk ik nog even door het raam naar buiten en besluit om dit keer extra snel de boodschappen te doen.
Bij terugkomst wacht mij de schrik van mijn leven; mijn hond zit niet meer voor de winkel!
In paniek kijk ik om me heen als ik verderop een vrouw spot met een hond, MIJN hond. Het schiet door me heen dat ze misschien is losgebroken en ik loop zo snel als ik kan naar de vrouw, die me onmiddellijk waarschuwend begint toe te spreken. Ze blijkt bij een hondenopvang te werken en weet me te vertellen dat er in deze buurt regelmatig honden worden gestolen. Mijn hond is volgens haar precies het soort wat in trek is; een mooi en stoer ogend teefje. Het schijnt dat deze hondendieven vaak in een busje rijden en trucs gebruiken om het dier mee te krijgen, het vervolgens achterin de bus gooien en weg zijn ze. De vrouw wilde mij laten zien hoe makkelijk zij er met mijn hond vandoor kon gaan. ‘Omdat ik er niet verdacht uitzie let niemand op me. Die truc gebruiken de dieven ook door vrouwen of zelfs kinderen in te zetten’ verklaart ze.
Ik ben zo geschrokken dat ik nog geen woord uit heb kunnen brengen en ik weet niet of ik boos moet zijn of juist dankbaar maar ik luister verder naar het verhaal van de vrouw. De gestolen honden worden blijkbaar gebruikt voor gevechten en vol afschuw zeg ik haar dat mijn hond geen vechter is. De vrouw knikt en zegt dat ze dit kan zien maar legt uit dat er ook honden worden gebruikt als aas. Dat zou de taak van mijn hond worden volgens haar, hetgeen betekent dat zo’n hond tussen 2 vechthonden in wordt gezet en vervolgens door de honden verscheurd wordt. Ik weet niet wat ik hoor en ben in shock!! Gebeurt dit echt? Wat voor mensen doen zoiets? De vrouw kent veel voorbeelden en heeft zelf enkele honden in de opvang zitten die voor dit soort praktijken gebruikt zijn. Voor altijd fysiek en psychisch beschadigd. Er flitsen beelden door mijn hoofd van een verscheurde Bubba, die hevig bloedend en in grote angst de dood vindt op een afgelegen plek, omgeven door harteloze mannen die al aanmoedigend staan toe te kijken. De rillingen lopen nog over mijn rug wanneer ik, gelukkig wel met mijn hond, terug naar huis loop. ‘Voortaan gaat het bazinnetje zonder jou naar de winkel’ zeg ik.