“Ah, jammer”
Met vijftien andere passagiers elkaars ochtendadem inademen en de neiging hebben om je trui uit te doen terwijl het buiten acht graden is. Overvolle treinen in het openbaar vervoer zijn een dagelijkse struggle voor bijna iedere student. Vandaag overkwam mij dit ook. De trein schommelde heen en weer waardoor ik tegen een jongen aanviel. Hij was lang, had bruin haar en was van mijn leeftijd. “Sorry”, zei ik. “Maakt niet uit, het is druk,” antwoordde hij. Terwijl ik verbinding probeerde te maken met het WiFi netwerk, viel ik bijna weer tegen hem aan. “Ga je ook naar Delft?” Vroeg hij. “Nee” zei ik. “Ah, jammer.” Ik vroeg me af waarom hij dit jammer vond, want ik kende deze jongen niet, maar hij had een vriendelijk gezicht. Hij vertelde dat hij aan de TU Delft studeert en er kwam een gesprek op gang. We hadden het over onze studie, zijn toets over twee weken, of ik na mijn studie meteen ging werken en andere standaardvragen rondom dit onderwerp. Het was als een ‘stel jezelf eens voor’-pitch, die je normaal gesproken in een nieuwe klas doet. Ik deed hem in een overvolle trein. Ik durfde bijna niet met hem te praten, omdat andere mensen misschien dachten dat we met elkaar aan het flirten waren, of dat het ongemakkelijk was tussen ons. Het feit dat ik een vriend heb en de jongen ook niet heel aantrekkelijk vond, weerhield mij ervan om dieper met hem in gesprek te gaan. Nadat er mensen bij het volgende station waren uitgestapt, stopte ik het gesprek. Ik keek hem niet meer aan en zat naar mijn ‘niet verbonden met internet’-mobiele scherm te staren. Steeds meer mensen verlieten de trein en ik kon eindelijk gaan zitten; hij een stoel verderop. Ik vroeg mij af of er net iemand een wanhopige poging had gedaan om met mij te flirten en ik dit niet doorhad, of dat hij gewoon aardig was. Station Delft werd omgeroepen en de jongen stapte uit, ik keek hem na in de hoop dat hij om zou kijken, zodat ik hem een fijne dag kon wensen om mijzelf minder schuldig te voelen. Het gebeurde niet. Misschien durfde hij ook niet meer, omdat zijn flirtpoging mislukt was, of misschien omdat hij mij onaardig vond.
Ik zal het nooit weten..