Mijn tante Toos!

Jan Slingerland 21 aug 2019

In Capelle aan den IJssel, een gemeente in Zuid-Holland, is een kindvriendelijk houtskoolgrill restaurant Tante Toos genaamd. Kindvriendelijk? Dat is toch elk restaurant, mag ik hopen! Iedere keer als ik daarlangs rijd, moet ik denken aan mijn tante Toos. Een lieve vrouw die veel te jong is overleden. Zij was vernoemd naar haar moeder Teuntje en was één van de veertien kinderen. Grote gezinnen waren in die tijd heel gewoon. Tante Toos was altijd in voor een grapje. Toen mijn ouders een keer op een zondagmiddag thuiskwamen stond er van alles in huis op z`n kop. Natuurlijk het werk van mijn tante en oom. Ze konden gemakkelijk naar binnen want de sleutel lag onder de vuilnisbak. In die tijd kon dat nog. Het was ook heel normaal om de achterdeur open te laten. Ondenkbaar in deze tijd!

Als kleine jongen bracht ik mijn eerste vakanties door met tante Toos, oom Rien en nichtje Alie en neefje Gijs. Plaatsen als Rhenen en Meerssen staan in mijn geheugen gegrift. Met een gehuurde Citroën 2CV, oftewel een lelijke eend, reden we naar Zuid-Limburg. Ook brachten wij een bezoek aan Cochem in Duitsland. Op de terugreis raakte mijn oom de weg kwijt. Fahren, fahren zei de vriendelijke Duitser aan wie hij de weg vroeg en mijn oom en tante maar zoeken naar een pont!

Op een dag gingen we met z’n allen op familiebezoek in Drenthe. Mijn oom reed het volkswagenbusje. De tuinstoeltjes waar wij op zaten stonden gewoon los in het busje. Levensgevaarlijk natuurlijk! Van autogordels was toen nog geen sprake. We waren het dorp nog niet uit of mijn tante vroeg al wie er trek had in een broodje.

Mijn oom heeft ook nog in een Borgward gereden, een Duits automerk dat van 1939 tot 1963 heeft bestaan. Het was een soort stationwagen waar, meestal op zaterdag, tochtjes mee werden gemaakt. Zoals naar het Kopje van Bloemendaal. Helemaal achterin stonden twee losse rode bankjes tegenover elkaar. Zo was er plek voor vier kinderen. Kees, mijn buurjongen, mocht ook mee!

Iedere week deden mijn moeder en mijn tante elkaars haar. Er werd koffiegedronken, gekletst en krulspelden gezet. Na de nodige haarlak fietste mijn tante met een hoofddoek om naar huis. Geen gezicht natuurlijk, vond ik. Vanaf die tijd staat de hoofddoek dan ook in mijn rijtje not done, naast de broekrok, pantykousjes en sjaaltjes! Vreselijk!

Dag lieve tante Toos, u wordt gemist!