Individualisme, een keuze?
Al tientallen jaren vindt er in het voorjaar een sportdag plaats voor alle basisschoolkinderen van mijn dorp. Een volksfeest zou je het wel kunnen noemen, met honderden kinderen en tientallen vrijwilligers, georganiseerd bij de plaatselijke voetbalvereniging. Het aantal kinderen bleef ongewijzigd, echter zag de organisatie het uitbundige aantal vrijwilligers langzaamaan terug lopen. In de afgelopen jaren werd soms zelf de noodklok geluid met een wanhopige roep naar hulp.
Ik geloof dat dit soort problemen zich niet beperken tot mijn dorp of regio. Iedereen die zich een beetje in de ‘vrijwillige’ omgeving inzet ziet vrijwilligers vertrekken, besturen uiteenvallen en activiteiten teruglopen. Dat doet me enorm pijn.
Hoe het komt, dat is de vraag. Blijkbaar hebben we geen tijd, zin of energie om anderen te helpen. Natuurlijk snap ik dat iedereen zich moet wagen aan de gezinspuzzel van inkomsten, uitgaven en tijdsindeling. Dit kan een hele kluif zijn, maar ik ben opgegroeid in een gezin met drie branieschoppers. Allen deden we twee sporten, mijn ouders werkte beiden en mijn moeder was vrijwillig actief op onze school. Is er in een korte tijd zo veel veranderd dat we de puzzel niet meer gelegd krijgen? Dat we zoveel moeten werken, omdat de uitgaven anders niet meer te dekken zijn? Ploffen we dagelijks ‘s avonds op bank met burn-out klachten?
Je zult jezelf waarschijnlijk afvragen wat voor melancholische, conservatieve zeurzak je blootstelt aan deze gedachten. Het tegendeel is waar. Ik ben tweeëntwintig jaar en al meer dan de helft van mijn leven vrijwilliger.
De deels verantwoordelijke onderstroom die ik inmiddels zie, is het individualisme. Naar mijn mening wordt dit begrip maar al te vaak in onze samenleving weggezet als een natuurrecht, waar je maar mee te dealen hebt. We zouden geen invloed meer hebben op de keuzes die we maken, maar volgens mij hebben we die keuze wel. Het staat je vrij een dag niet te werken om een sportdag te begeleiden. Je kan een uur vroeger uit bed komen om ouderen te helpen. Het is een optie om een weekend in het jaar kinderen een mooie tijd te gunnen.
Te vaak is de vraag, ‘maar wat krijg ik daar voor terug?’. Hoe spijtig ik het ook vind dat deze vraag centraal staat in zoveel hoofden, ga ik hem toch beantwoorden. Voor alles wat je belangeloos doet, krijg je feitelijk niks terug. Maar het plezier van een ander, waaraan jij hebt bijgedragen, is plezier voor jezelf.