Minister, wat gaan we doen?
Een minister heeft het niet makkelijk, dan moet hij daar weer over beslissen en dan daar weer een mening over geven, dan moet hij daar wat zinnigs over zeggen. Maar de minister die het moeilijkst heeft, is toch die wel van Onderwijs.
De huidige minister van Onderwijs moet in Amsterdam een Islamitisch schoolbestuur proberen zo snel mogelijk te laten verdwijnen, tegen de zin van school, bestuur en ouders in en in het Westland moet hij een Islamitische school open zien te krijgen waar de meerderheid van de gemeenteraad weer op tegen is. Saillant detail in dit laatste dossier is, dat de minister in eerste instantie ook tegen de komst van deze Islamitische school was, maar zich nu gehouden moet voelen aan een uitspraak van de rechter.
Gut, gut, wat is het toch moeilijk om minister van Onderwijs te zijn en dan zinnige uitspraken te moeten doen over Islamitisch onderwijs. Maar het heeft er steeds meer alle schijn van dat de minister maar op één vlak zich druk maakt en dat is invloed te krijgen over de Islamitische scholen en maar om één ding en dat is dat er ‘betere lessen komen over goed burgerschap’. En let op, daar is het meteen het probleem: wat is goed burgerschap? Volgens (een toelichting bij) het wetsvoorstel moet het minimaal gericht zijn op “ … respect voor en kennis van democratische en rechtsstatelijke waarden en mensenrechten …”, “… ontwikkelen van sociale en maatschappelijke competenties die leerlingen in staat stellen om deel uit te maken van en bij te dragen aan de samenleving …” In de wet staat geen lesprogramma genoemd, maar volgens de minister moet het wel gaan over: “ … de vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, begrip voor anderen, verdraagzaamheid, autonomie, het afwijzen van onverdraagzaamheid en het afwijzen van discriminatie … ”
Wat mij dan weer verbaasd, is dat de minister deze woorden durft te gebruiken, woorden als de vrijheid van meningsuiting (geldt dat dan niet voor het Haga Lyceum?), begrip voor anderen (hoeft de minister dan geen begrip voor het schoolbestuur te hebben of de gemeenteraad van Westland?) en nu komt het: verdraagzaamheid (sorry dat ik het zo stel, maar begrijpt de minister dit woord zelf wel?) en zo kunnen we doorgaan; zullen we deze keer niet doen.
Ik ga er van uit, dat de minister zijn juiste taken gaat doen en niet zo maar zijn eigen zin doordrijven; laat het Haga Lyceum aantonen dat ze voldoet aan de eisen die zijn vastgelegd en ga niet als een klein kind uw zin overal proberen door te drijven.