Hoe gaat het?
Hoe gaat het met je? Een vraag die tegenwoordig alleen maar als accessoire gebruikt wordt. Het gaat kut. Kan ik dat zeggen? De laatste tijd weet ik niet eens meer wat ik moet antwoorden. Ik voel me verlamd, verdrietig, boos, angstig.
In tegenstelling tot deze nare emoties voel ik mij ook vrolijk, alleen als ik denk aan de toekomst dan. Als ik aan datgene denk wat nog niet vaststaat geeft het mij blijdschap. Het is datgene dat ik kan plannen en naar toe streven.
Maar waar streef ik naartoe? Streef ik naar geluk, naar begrip, naar het ergens deel van zijn of misschien naar allemaal? Een zin die mij de laatste tijd blijft achtervolgen is: het enige wat ik wil is hier weg. Dit is een zin die mijn totale staat van zijn omschrijft, het is een zin die mijn verlangens omvat. Maar waar ik heen zou willen dat weet ik niet. Ik durf nergens heen want ik ben bang. Ik ben bang om alleen te zijn. Enkel ik ben alleen. Althans zo voel ik mij.
Ik voel mij niet begrepen of gehoord en is dat niet de definitie van alleen zijn? Ik ben alleen in mijn gedachten en dat maakt mij bang en eenzaam. Er is niemand die de vraag stelt hoe het gaat en meedenkt in de gedachten en gevoelens die ik heb. Ik ben alleen, alleen in mijn gedachten en alleen met mijn gevoelens. Het maakt mij bang. Ik voel mij er achtergelaten. Hoe vaker ik alleen gelaten word, hoe vaker het verlammend gevoel optreedt. Verlamming treedt op wanneer het allemaal niet meer uitmaakt.
Ik wil uitmaken! Ik wil er toe doen voor degenen die er ook bij mij toe doen. Ik wil niet alleen zijn in mijn gedachten, maar iemand die meedenkt en voelt met hoe ik mij voel. Zodat ik niet meer verlamming voel en mij niet ga afzonderen van wie ik kan zijn en vooral van wie ik wil zijn en hoor te zijn.
Maar wie ben ik dan eigenlijk, en wie wil ik zijn? Ik ben iemand die op dit moment bestaat uit een samenhangsel van emoties. Ik ben verdrietig en bang. Ik hoor en wil iemand zijn die blij is. Na een tijd lang ondergewaardeerd worden na alles te geven wat jij hebt en er niets voor terug te krijgen, is het klaar.
Ik ben op. Ik ben uitgeput. Maar toch als de put leeg is, stroom ik over. Ik weet dat de vraag waarom een excuus is om het aanpakken uit te stellen. Maar waarom? Ik wil het helemaal niet alleen doen. Ik ben zo dood ongelukkig. Toch heb ik lieve vrienden en familie die mij uit mijn sleur willen halen, maar het helpt niet. Waarom kan ik niet in het nu leven en onder ogen zien wat er gebeurt. Ik durf het niet. Ik durf zelf niet de vraag te stellen.