De goede daad van mijn dochter
Mijn dochter en ik eten een ijsje, bij een ijssalon in Deurne.
Aan de balie staat een oude dame naar de kaart te staren.
“Wat kost hier een cappuccino?”, vraagt ze aan de medewerker.
“€ 3,20 mevrouw”, wordt haar verteld. “Oei,” zegt de oudere dame. Ze staart naar het kleingeld in haar hand. Ze telt de munten en ze schudt bijna onzichtbaar ‘nee’.
Muisstil likken wij onze ijsjes op, terwijl we het tafereel volgen.
“Kunt u voor mij misschien een half kopje cappuccino maken?”, vraagt mevrouw.
“Nee helaas, we kunnen onze koffiemachine niet anders instellen”, is het eerlijke antwoord.
“Maar zo’n grote bak koffie is mij eigenlijk teveel. Ik krijg dat niet op.” En nog steeds staart de dame treurig naar het kleingeld in haar hand.
“Ik zou het graag willen, maar het kan nu eenmaal niet mevrouw. Dat spijt mij oprecht.”
“En wat kost een softijsje?”
“Die verkopen wij vanaf 50 cent, mevrouw.”
“Doet u mij dan maar zo’n ijsje. Maar wat jammer dat u geen kleine kopjes cappuccino aanbiedt. Ik had me toch zin in koffie.”
Niet veel later zit de oude dame op het terras haar ijsje van 50 cent beteuterd op te likken.
Mijn dochter kijkt mij doordringend aan.
“Ze heeft het geld niet voor een koffie, hè pap?”, vraagt ze.
“Ik denk dat je dat goed hebt gezien. Maar ik denk ook dat ze dat een beetje gênant vindt om zoiets te vertellen.”
Mijn dochter is er stil van.
“Wij hebben ook niet veel geld hè?”
En ze staart met haar grote blauwe kijkers naar de dame op het terras, die met een treurig gezicht haar softijs op likt.
“Nee, maar we kunnen nog steeds ijsjes eten. Er zijn genoeg mensen die dat niet zomaar kunnen doen”, vertel ik haar.
Weer is mijn dochter even stil.
Ik zie haar peinzen.
“Mag ik € 3,20 lenen pap? Haal het geld straks maar uit mijn spaarpot. Maar dan kan ik nu voor die mevrouw een cappuccino kopen.” En mijn hart smelt.
Direct geef ik haar mijn pinpas. “Maar natuurlijk, liefke.”
Die spaarpot laat ik uiteraard onberoerd.
Niet veel later loopt mijn dochter -super geconcentreerd- met een cappuccino het terras op.
Ze zet verlegen de koffie op het tafeltje waar de mevrouw aan zit.
“Alstublieft mevrouw, geniet ervan” en snel pakt ze mijn hand vast en loopt ze met mij mee naar de auto.
Ik heb mij nog nooit zo trots gevoeld.