Zo standvastig als een vijftigjarige Philips mixer
17 mei 1989. Op een warme dag lopen ze het gemeentehuis uit. Zij in een witte jurk gemaakt van ruwe zijde, compleet met pofmouwen. Hij strak in het pak, met een ouderwetse bril op zijn neus. Beiden met een rugzak vol levenservaring, wijsheid en liefde.
Zes jaar later kregen ze gezelschap van mijn broer; een huilbaby, ondeugend jongetje, tiener met een gouden hart en inmiddels intelligente man van 24 jaar. Nog eens drie jaar later kwam ik erbij; een baby die ineens veel sliep, net zo eigenwijs was, nooit is gaan puberen en inmiddels columns schrijft als 21-jarige student.
Het leven, met al zijn uitdagingen, en de inhoud van hun rugzakken maakten dat hun huwelijk niet altijd makkelijk was. Heel af en toe vroeg ik me af: zullen ze gaan scheiden, ook al zeggen ze dat ze dat nooit zullen doen? Maar nee, als ik dan voorzichtig aan mijn moeder vroeg of dat ging gebeuren, verzekerde mijn moeder me dat dat niet zo was. “De vraag is niet óf we met elkaar verder gaan, Wendy”, zei ze dan, “maar hoé we verder gaan.”
Bij ons thuis ligt een keukenmixer die al vijftig jaar lang mijn moeders bondgenoot is bij het maken van pannenkoeken. Soms grappen we dat we ‘m mee moeten nemen naar het Philips museum, als fossiel. Maar zo lang hij nog mixt, zijn we niet van plan ‘m in te ruilen voor een nieuwe die al na een tiende van deze vijftigjarige loopbaan het loodje zal leggen. Vroeger waren dingen ‘voor het leven’. Vroeger maakten we beloftes en hielden we ons eraan. Tegenwoordig leven we in een wegwerpmaatschappij. En het zijn niet alleen mixers van slechte kwaliteit die we weggooien.
Mijn ouders zijn vrijdag dertig jaar getrouwd. Dat is een feest – iets om blij mee te zijn. Maar tussen alle stukgelopen en weggegooide huwelijken, lijkt dertig jaar samen zijn ook een prestatie. Alsof ze een medaille en staande ovatie zouden moeten krijgen dat ze elkaar niet de hersens hebben ingeslagen.
In zekere zin is het ook wel een prestatie. Een huwelijk is werken aan je relatie. En soms kun je elkaar wel schieten. Hoe kan het ook anders? Niemand zei ooit dat het leven makkelijk is. Waarom zou het huwelijk dat dan wel zijn?
Toch drinken mijn ouders nog samen koffie, lachen ze, geven ze elkaar vaak een knuffel. Ze maakten elkaar een belofte, maakten mij als klein meisje een belofte en hebben zich daaraan gehouden. En hoe wij nu verder gaan? Met veel dankbaarheid. En een stapel pannenkoeken, gemaakt met een mixer die net zo standvastig is als het huwelijk tussen mijn mamma en pappa.