Verrassing: passend onderwijs faalt
‘Passend onderwijs faalt en het geduld met minister Slob raakt op’, kopte EenVandaag. Ik zou willen dat ik verbaasd was over dit bericht, maar helaas. Bij de invoering van het passend onderwijs in augustus 2014 konden we dit bericht al voorspellen.
Het klonk allemaal zo mooi, dat passend onderwijs. Kinderen zo veel mogelijk samen naar school, minder thuiszitters en meer onderwijs dat past bij de behoeften van het kind. Zoals wel vaker, sluit het beleid vanuit Den Haag niet aan bij de realiteit in scholen. De werkelijkheid na vijf jaar passend onderwijs: meer thuiszitters en meer leerlingen die speciaal onderwijs volgen.
Als leraar heb ik dagelijks te maken met de gevolgen van de invoering van passend onderwijs. In de toch al overvolle klassen zitten kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Ondersteuning die ik als leraar niet altijd kan bieden. Soms omdat het mij aan tijd ontbreekt. Soms omdat het mij aan expertise ontbreekt.
In mijn opleiding heb ik geleerd hoe ik kinderen de Franse taal bij moet brengen. Ik weet veel over grammatica, literatuur en taalverwerving. Ik heb geleerd hoe ik lessen op moet bouwen, uitleg kan geven en orde kan houden. De dagelijkse praktijk vraagt meer van mij als leraar dan waar ik op voorbereid was.
Natuurlijk doen wij leraren alles binnen onze macht om elk kind het onderwijs te geven waar hij/zij recht op heeft, maar dit kunnen wij niet alleen. Ondersteuning voor zowel leerlingen als leraren is van groot belang om goed en potentieel passend onderwijs te kunnen garanderen.
Wat is er dan nodig? Extra handen in de klas. Nascholing voor leraren. Meer mogelijkheden voor kinderen. Beter toezicht vanuit de Inspectie en het ministerie. Minder bureaucratie. En uiteindelijk komt het toch weer uit op: geld. Er is meer geld nodig om écht passend onderwijs te kunnen geven. Dit geld zal geïnvesteerd moeten worden door ons kabinet. Investeren in onderwijs is investeren in de toekomst.
Meneer Rutte, waar wacht u nog op?