Aan alle mensen die denken dat ze het beter weten

Alieke Hilhorst 2 mei 2019

Ik heb een bijbaantje. Dat heb ik om leuke dingen te kunnen doen en om te sparen voor later. Ik heb een baan die niet veel betaalt, maar die ik wel leuk vind omdat ik veel lieve mensen om me heen heb. En dan heb ik het over mijn collega’s. Zeker niet over de klanten.

Ik werk in een restaurant. Nu moet ik toegeven het is meer een help-yourself-eetschuur. Ik maak broodjes klaar en verkoop gebak en saucijzenbroodjes. Het is niet mijn passie, maar het verdient wat.

Helaas word ik iedere week weer op de proef gesteld. Die klanten! Ze zijn echt de meest verschrikkelijke. Overal hebben ze iets op aan te merken. Zo had ik dit weekend een half uurtje pauze. Toen ik terugkwam terug op de werkvloer, bleek dat alle saucijzenbroodjes op waren. Er zaten ook nog geen nieuwe in de oven. Nu moet je dit begrijpen: saucijzenbroodjes zijn ons meest verkochte product en het duurt een half uur om die dingen af te bakken. Dus ik had ze niet.

Een vrouw keek me vragend aan. Ik liep naar haar toe en vroeg of ik haar kon helpen. ,,Zijn er nog saucijzenbroodjes?”, vroeg ze op een al niet alleraardigste toon. Ik vertelde haar dat ze er niet meer waren en dat het nog een half uur ging duren. ,,Oh, daar zijn jullie dan wel te laat mee”, zei ze op een snauwerige toon met zo’n zelfvoldane blik van: ,,Ik ben beter dan jij, want ik had die saucijzen er wél in gedaan.”

Als ik niet had gewerkt, had ik haar misschien wel tegen de grond gebeukt. Maar ik was aan het werk. En als ik werk, dan ben ik een lieve versie van mezelf. Maar ik was Boos. Met een hoofdletter B. Alsof ik niet had gezien, dat die stomme broodjes met half warm vlees er niet waren. Alsof het volledig mijn schuld was dat geen van mijn collega’s eraan had gedacht om die in de oven te doen, nadat ze de vorige plaat uit te oven hadden gehaald.

Ik wilde de plaat hete saucijzenbroodjes wel tegen haar hoofd aan gooien. Maar dat deed ik niet. Ik zei: ,,Dat weet ik, bedankt mevrouw.” En liep weg want ik ben een goede werknemer. Maar als ik haar buiten werktijd nog een keer tegen kom, ben ik niet meer zo goed.

Moraal van het verhaal: doe niet alsof je iets beter weet dan werknemers. Want dan krijg je die plaat wél naar je hoofd.