Paasvuur

Robert Beernink 19 apr 2019

De ene brand is de andere niet. De wereld rouwt om de enorme schade aan de Notre-Dame de Paris. Tot opluchting van de gelovigen konden de daar bewaarde drie relikwieën van Christus worden gered: de doornenkroon, een stuk van het kruis en een van de spijkers gebruikt bij Christus’ kruisiging.

Zonder deze artefacten zijn de overige kunstschatten waardeloos. Zij symboliseren immers de kern van het geloof, vormen de materiële verbinding met een ongrijpbaar mysterie. Kerkhervormer Johannes Calvijn rekende ooit uit dat alle, waar ook ter wereld, vereerde spaanders van het kruis samen een schip vol hout vertegenwoordigen. Daarmee bewijst deze kille boekhouder niets van de warmte van een devotie te begrijpen. Geloof bestaat immers niet bij de gratie van oppervlakkige waarheid maar de diepte van beleving, welke zelfs met de prachtigste kunst niet benaderd kan worden. Het is de kracht om te midden van praalzuchtige uiterlijke schijn de eenvoud te vinden.

Dezer dagen worden in de regio de paasvuren opgebouwd, een traditie veel ouder dan welke kerk ook. Van oorsprong is het een eerbetoon aan Ostara, de Germaanse godin van de lente. Ze trekken elk jaar duizenden belangstellenden; mensen zoeken met Pasen hun geboortegrond en familie op, trekken samen achter de muziek aan naar het vuur, het baken van licht en staan er omheen in een cirkel, een vorm van onmeetbare schoonheid. De fanfare vervangt het orgel, bier de miswijn, broodje bal de hostie en een genoeglijk gesprek het gebed. Is er verschil in beleving? Ik geloof er niets van.