Over datejes en theetjes
“Wat bezield de mens toch dat die zich voortdurend irriteert aan spelfouten? Beseft die zich dan nog steeds niet dat die zijn tijd verspild? Er gebeurd zonder dit geneuzel al genoeg, dat geloofd deze jongen echt wel. Het behoefd dan ook geen betoog dat een spellingdiscussie mij niet zo goed licht. Dan kun je beter je energie richtten op de inhoud, maar ik vrees dat de mens niet sterk genoeg van inhoud is. Toch hoop ik dat de mens iets van deze materie onthoud, anders is alle moeite verspilt.”
Ik schat dat bovenstaande tekst, ondanks alle (opzettelijk door mij gemaakte) spelfouten, door 99,9% van de mensen voor 99,9% te begrijpen is. Dat kan ik echter niet zeggen van sommige geschriften van overheidsinstanties. Die zijn weliswaar zonder spelfouten, maar voor mijn gevoel voor slechts 0,1% van de bevolking te begrijpen. Als native speaker voel ik me soms meer een native spieker, omdat ik herhaaldelijk stiekem in de Van Dale moet kijken om te ervaren wat er nu weer bedoeld wordt.
Het zou allemaal niet zo erg zijn als ik die overheidsteksten simpelweg kon negeren. Maar ze kunnen het verschil maken tussen geld betalen en geld ontvangen. Tussen een brave burger en een wetsovertreder. Dan kun je beter bewust onze spellingwet overtreden, dan weet je zeker dat je goet foud zit.
Maar op een dag las ik wat tekstmateriaal voor de Europese verkiezingen op 23 mei. “We moeten niet accepteren dat er niets veranderd.” Overheid, you made my D. Tijd dat er iets verandert. Zullen we voortaan beide schrijfwijzen accepteren? In Engeland doen ze immers ook niet moeilijk over realise en realize. In Duitsland doen ze ook niet moeilijk over Strasse en Straße. Laten wij dan ook sterk van inhout zijn en vooral niet moeilijk doen over d’tjes en t’tjes. 70% van alle spelfouten is terug te voeren op verkeerd gebruik van de vierde en twintigste letter van ons alfabet. De energie van deze ergernis kunnen we beter omzetten in iets positiefs. Zoals het bevorderen van klare en begrijpelijke taal.
O ja, wat ik in deze column eigenlijk zeggen wil (zie titel): als je een afspraakje met me maakt, dan geef ik de voorkeur aan dat andere warme drankje, want ik houd niet zo van koffie.