Kleur in je leven
De vogels zingen uitbundig in de zonovergoten tuin, als ik op tweede paasdag naar buiten kijk. Er is één en al leven en kleur en het belooft een mooie dag te worden. Het klaterende geluid van ons watervalletje nodigt de vogels uit tot badderen en de reiger ligt op de loer voor een kikkertje. De enorme hoeveelheid kikkervisjes zal hem nog vele maanden voorzien van voedsel.
Een strak blauwe hemel en een verfrissend windje lokt me naar buiten. De schoonheid van deze dag kan echter vandaag mijn hart niet raken… Het schiet door me heen; Sri Lanka, zoveel doden en gewonden. Zoveel angst en verdriet. Er komen donkere wolken aan de hemel van mijn denken. Het komt steeds weer in me op en ook andere dingen in mijn hoofd en hart, lijken er zwaarder door te worden.
Hoe kan ik nou gelukkig zijn bij het weten van zoveel gruwelijk leed? Hoe gaan anderen daar mee om? Het voelt bijna als ‘fout’ om blij te zijn…
Terwijl ik daarover nadenk, zie ik in wat er gebeurt in mijn gedachten; ik verbind alles tot één grote hoop, waardoor het mooie zijn glans verliest. Het verschrikkelijke in Sri Lanka, maar ook de zingende vogels, de kikkers en het heerlijke zonnetje; ze zijn alle realiteit. En ze hebben alle hun eigen kleur.
Een beetje zoals die kleistaafjes van vroeger. Zo’n rij staafjes met elk een andere kleur. Gescheiden van elkaar kun je genieten van de kleuren, die je mooi vindt, en omgaan met de lelijke (ze een plek geven). Maar als je ze samenvoegt, wordt het een grijs-bruine, bijna zwarte klomp, waar geen enkele mooie tint in terug te vinden is.
Deze vergelijking geeft me ruimte. Ruimte om te kunnen genieten van de prachtige schepping en al het mooie in het leven, zonder me daar schuldig over te voelen. Sterker nog; ik heb het nodig om te kunnen omgaan met wat moeilijk is. Ik denk dat juist door dat genieten, er vrede en kracht kan komen om met de moeiten en het verdriet om te gaan.
En het is dán, vanuit een leven van kleur, dat ik ook van betekenis kan zijn voor de ander.