Grijze haren
Vele baantjes heb ik in een ver verleden gehad, maar de laatste vijftien jaar ben ik mijn baas trouw gebleven. Vroeger niet. Ik hopte van de ene werkgever naar de andere. Meestal lag het niet aan mij. Echt niet. Maar als ik mijn vrienden moest geloven, dachten die er toch duidelijk anders over, gezien de door hen als toneelstuk uitgevoerde levensloop op mijn eigen bruiloft. Als een rode draad door hun optreden werden mijn vele werkervaringen opgevoerd om als het ware het begin van de crisis aan te duiden.
Eén van die vroegere baantjes was toch wel een bijzondere. Eind jaren negentig werkte ik enkele jaren bij de firma die Barbiepoppen maakt. Ik werkte op de consumentenservice en naast het uittesten en het wereldwijd verspreiden van nog nieuw uit te brengen speelgoed, repareerde ik diverse speelgoedartikelen. Met name door het herstellen van poppen, kreeg ik daar de bijnaam “poppendokter” toebedeeld. Ik had dus regelmatig een Barbiepop in mijn handen. In die tijd zag mijn vriendin wel eens een vreemde haar op mijn kleren. Argwanend keek ze me aan en vroeg van wie die was. “Welke kleur is het?”, vroeg ik haar. Als ze zei dat het blond was, antwoordde ik dat die van Barbie was. Bij de kleur zwart, antwoordde ik Christie, wat de naam van Barbies donkere vriendin was. Ook kon het nog een roodharige zijn. Die was dan van Midge, een andere vriendin van Barbie. Een betere smoes was er dan ook niet denkbaar.
Intussen werk ik al lang niet meer met Barbiepoppen. Verschillende kleuren haren vind je ook niet meer op mijn kleren. Ja, zo nu en dan een grijze. Maar nu gaat ze er van uit dat die van mijzelf zijn en vraagt ze niet meer van wie die kunnen zijn. Gelukkig maar. Wat had ik dan moeten zeggen? Van Barbies moeder?