Fit zijn

Jan Weijenberg 11 apr 2019

De eerste lentekriebels.
Een vrolijk makend gevoel. Ons leven verplaatst zich naar buiten.
Naast een lekker kleurtje willen we ook graag allemaal fit zijn.
Dat fit zijn vind ik een mooi fenomeen.

Wanneer je op zoek gaat naar een dieet, dan kom je een scala aan diversiteiten tegen, bij sporttheorieën idem dito. Mijn waarheid die ik daar tussenuit vis is dat de ene mens gelukkig wordt van chocolade en de andere mens juist dik.
Qua structuur verschillen we onderling niet zoveel, maar qua verwerking is ieder uniek.

Essentieel binnen het fenomeen fit zijn is de lichaam-geest verhouding. Daar bedoel ik niet direct mee dat we bijvoorbeeld een percentage van de geplande sporturen moeten inruilen voor de training van onze geest, maar meer dat de kracht van de geest niet moet worden onderschat.

Ik rook, daarnaast is mijn grote manco het onderdeel voedsel. Ben alles behalve een diverse eter en wars van groenten. Of ik zou tegen wil en dank mezelf telkens er toe moeten verzetten en het aanleren, of ik moet op zoek gaan naar een meer plezierige compensatie. Dan kies ik voor dat laatste. Ik gun mijn geest die rust.

Welke ‘extra meters’ ik hier voor afleg? Eigenlijk helemaal niet zoveel. Ik slaap 8 uur per nacht, drink – op de, vooral in de zomer wat vaker voorkomende, alcoholmomenten na- maximaal 1,5 liter niet water per week, en creëer minimaal 5 wekelijkse sportmomenten. Dat kunnen er soms ook 3 op een zondag en volwaardig binnenshuis zijn, om de haalbaarheid in relatie tot het opofferringsgehalte wat meer beeld te geven.

Momenteel voel ik mezelf hartstikke fijn, al weet ik natuurlijk nooit hoe het zou voelen wanneer mijn buikje volwaardig weg zou zijn en ik daadwerkelijk mijn dagelijkse portie groente en aanverwanten voedingsstoffen binnen zou krijgen.

Wel kan ik zeggen dat ik de afgelopen 11 jaar nog nooit een dag ziek ben geweest. In mijn beleving ben je ook pas ziek wanneer het zelfs niet fijn is om in bed te liggen. Voel me wel eens zwak en blijf soms ook liever liggen, maar doordat ik de dag invulling allesbehalve met tegenzin in ga, sta ik telkens weer op. Is het toch weer die geest die mijn lichaam dan weer op de been houdt..