Water Man!
Ik vraag u af of u dat ook heeft. Dat, nu het maart is, niemand meer vraagt of je aan Dry January, Sober February of Stoptober hebt meegedaan. Natuurlijk, want wat mij betreft hij niet eens hoeven beginnen met zijn carrière. Dus Ronny Tober stoppen? Subiet!
Het is maar een voorbeeld van de verwarring die werkwoorden opleveren als de woorden daadwerkelijk werken en tot een resultaat leiden dat net zo genoemd wordt als het werkwoord zelf. Het is vaak de toon waarop je het zegt, die het verschil uitmaakt tussen de betekenis. ‘Kippenren’ kan een verblijf voor pluimvee zijn, maar als je het als commando roept ‘kippen ren!’ dan moeten ze wegwezen. Hoor je langs het uitlaatveld ‘Hondenpoep!’, dan kan het een waarschuwing zijn om er niet in te trappen, of een aansporing aan Caesar, Jack en Keessie om nou eindelijk een drol te produceren. En dan kan het uitlaad (t) veld ook nog eens een veld bezaaid met afgedankte uitlaten zijn of een grasperk waar je mag laden en lossen.
Een ‘zitzak’ kan een poef zijn, echter, zeg je het dominant dan beveel je die rotvent dus om te gaan zitten. ‘Zit! Zak!’. De gebiedende wijze dus, die je dan toepast. Maar zeg je het op de gebiedende wijze of bedoel je met gebiedende wijze een erudiet persoon die je een opdracht geeft. Weer zo’n voorbeeld van een zelfstandig naamwoord dat ook een werktuiglijke handeling weergeeft. Neem nou ook de ‘zevende dwerg’. Is dat Grumpy, Sneezy of nummer zeven van Sneeuwwitjes huisgenoten, of bedoel je dan de dwerg die met zo’n lullig zeefje de goudklompjes uit het zand zeeft? Maar dan zijn alle goudzoekende lilliputters dus zevende dwergen.
Loop je eens niet een cyberstore binnen, maar een echte, fysieke kledingwinkel en de verkoper klaagt dat daar pashokjes zijn. Je verwacht dat het een ruimte is om je kleding te passen, maar het blijkt dat de vorige maand geopende winkel sinds gisteren eindelijk van die hokjes heeft, omdat de aannemer zo traag was. ‘Daar zijn pas hokjes’. De gynaecoloog die rustig keuvelt over een baarmoeder, of juist haast heeft en schreeuwt tegen de bevallende vrouw: ‘Baar moeder!’
Wat te denken van loopjongen of ‘Loop, jongen!’ en bén je een keukenmeid of bitst de chefkok je toe ‘Keuken, meid’! Als je je plasje moet ophouden omdat iemand te lang het toilet bezet houdt, dan betekent je smeekbede ‘waterman”, niet een sterrenbeeld, maar een verlangen om haast te maken.
C’est le ton qui fait la musique. Het is maar hoe je het zegt. Het is maar dat je het weet.