Van mijn geloof gevallen

Cliff de Rouw 10 mrt 2019

Zolang ik me kan heugen ben ik fan van Michael Jackson. Als kind, puber, jongvolwassen en volwassenen luisterde ik naar hem. Of ik me nu goed voelde of slecht, in tijden van onzekerheid was er een ding zeker: Michael zong voor me, hij was er, altijd.

Afgelopen zaterdag keek ik de documentaire ‘Leaving Neverland’ terug. Vooraf wilde ik een notitieblok erbij pakken om de gaten in de verhalen op te schrijven en zo Michaels onschuld te verklaren, maar na het zien van de eerste vijf minuten leek me dat niet eens nodig.

Vrijwel het gehele eerste uur maakte ik me geen zorgen. Het leek een verhaal van twee families die bevriend waren geweest met Michael Jackson, waarvan de kind-sterren het niet hadden gered, en de families uiteindelijk minder kregen dan ze hadden gehoopt. Vervolgens kwamen de stukken over de logeerpartijtjes, de gedetailleerde seksuele handelingen, uitingen van liefde zowel in audiofragmenten als op fax, het handje vasthouden met de jongetjes. Ik kon het niet langer onderdrukken. Ik werd er ontzettend naar van en het een lijdensweg van zo’n drie uur volgde.

In iedere zaak had ik de jongens geloofd en gewild dat de dader zou worden gestenigd op een groot plein, maar dit was mijn held, dit kon niet, totdat ik aan Plato dacht. Plato stelde dat wanneer je mensen vanaf hun geboorte zou vastbinden in een grot en hen alleen de schaduwen op de muur liet zien, dat ze dan een mens, boom, bloem of vogel zouden definiëren als kleurloos en plat. Wanneer je hen zou vertellen dat al die objecten kleur hebben en drie dimensionaal zijn, dan zouden de mensen boos worden en verdrietig, omdat ze je simpelweg niet geloven. Je zou zelfs blij zijn dat je ze had vastgebonden, want ze zouden je aanvliegen. Zo voel ik me nu, alsof ik heel mijn leven vastgebonden heb gezeten en tijdens het wurgen van de dader opkijk en voor het eerst een echte boom zie.

Ik twijfel nog steeds, maar dat is meer uit hoop, en daarnaast vraag ik me continu af: hoe blind liefde een mens kan maken. Wat ik wel weet is dat mijn wereld is veranderd: de koffie smaakt anders, ieder lied klinkt als een inspiratieloos deuntje, en de wereld ziet er somberder uit: al het mooie lijkt een duistere keerzijde te hebben. In de zoektocht naar troost had ik graag even naar Michael Jackson geluisterd, maar ik kan niet meer terug die grot in, de walging is mijn liefde voorbij.