Twee dooie tuinen in een dooie tuin mijn tuin
De tuin is als een stoel of te wel mijn dooie tuin.
Omdat mijn tuin vierkant is als een stoel.
Met mijn punten waarvan ik een van die punten ben.
Omdat ik een figuur ben die zit op die stoel.
Die een punt moet voorstellen van de vijf punten.
Figuren zeggen eigenlijk dat mijn tuin rechthoekig is.
Terwijl er eigenlijk helemaal niemand anders is dan ik.
Daarom noem ik de rechthoek een vierkant, vijfkant.
Ik moet mijn dooie tuin redden met de groene gieter.
Die eigenlijk geen specifieke kleur heeft dan groen.
Ik giet er water mee op een specifieke plek in mijn tuin.
Wat mijn dooie tuin ook wel de gehele tuin noemt.
Oftewel de gehele hoop zand die mijn tuin illustreert.
Ik moet mijn tuin nog steeds redden omdat het anders dood gaat.
Terwijl het al dood is dan levend.
Een spatie of te wel een enter tussenin.
Ik zit op een stoel
Of ik zit in mijn draaimolen die in mijn dooie tuin staat.
Mij te bedenken met alle figuren die er ook in gezet zijn.
Door mij als figuur zijnde van de draaimolen.
Waarom jij weg gaat het paard van de draaimolen.
Er een lichtje minder brandt dan ze allemaal.
Wie dan de vervanger is van het paard voor mij.
Omdat ik een liefhebber ben van op het paard te zitten.
Terwijl ik eigenlijk bijna nooit op het paard zit.
Maar in het thee kopje wat ik een figuur noem.
Omdat jij vervangen wordt voor jezelf.
En ik die nieuwe figuur dan moet vervangen voor u.
In mijn gedachten goed, het leven, de dooie tuin met de draaimolen.
En ik nu met zoveel gedachten zit die mijn tuin dood maakt.
Ik vergiet u met zoveel water om de boel levend te houden.
Maar de dood overwint van mij.
En daarom moet mijn opblaasboot ook niet vergeten worden.
Opblaasboot.