Nixet

Oscar van Schijndel 28 mrt 2019

Of ik nog iets van Nico heb gehoord? Nee. Ik had hem nog in de klas, op de internationale school. Nico was de leerling die, vond hijzelf, nooit zijn zin kreeg. Hij vond het oneerlijk dat hij schoolgeld moest betalen, terwijl Giancarla gratis mocht, omdat haar Italiaanse ouders krap bij kas zaten. Hij mocht zijn broodje vis niet mee naar school nemen, omdat Jean-Luc uit Frankrijk vond dat die vis niet milieuvriendelijk was gevangen. En hij baalde van Pavel, omdat de school periodiek geld naar zijn moedwillig werkloze Poolse ouders stuurde.

Op een dag was Nico het zat. Hij kwam naar me toe en zei dat hij van school af wilde. Ik vroeg hem waarom. Ik kreeg een vraag terug: “Mijnheer, wat zou u doen als uw trein op dag 1 te laat is, op dag 2 uitvalt en op dag 3 verongelukt?”. Ik antwoordde dat ik dan een andere trein zou nemen. Er zijn immers genoeg treinen die wel op tijd zijn.

Een paar weken later was de ouderavond. De vader van Nico wilde met me praten. Hij stond achter de beslissing van zijn zoon: hij wilde de school verlaten. Vader vroeg mij: “Als uw auto op dag 1 een lekkend dak heeft, op dag 2 olie lekt en op dag 3 een kapotte versnellingsbak heeft, wat doet u dan?”. Ik antwoordde dat ik me niet in de geschetste situatie kon verplaatsen, omdat ik geen rijbewijs heb. Maar als ik wel een auto zou hebben, dan had ik hem ingeruild voor een andere.

Ik heb nog geprobeerd vader te overtuigen van al het positieve dat Nico in zijn klas en op zijn school ervaart. Ook dat de andere leerlingen erg blij met Nico zijn en veel van hem leren. Maar dat maakte allemaal geen indruk op Nico’s vader. Hierna stelde ik hem een vraag. “Wat doet u met uw zoon als hij op dag 1 kiespijn heeft, op dag 2 een verkoudheid en op dag 3 kalknagels?”

Vader liep weg zonder wat te zeggen. Van Nico heb ik sinds dat moment niets meer vernomen. Of hij terug naar school komt, weet ik niet. Op 23 mei wordt bepaald welke Nederlandse leerlingen welkom zijn; drie dagen later volgen de meeste andere landen. Tot die tijd moet ik erop vertrouwen dat zijn vader mijn lessen overneemt; Nico is immers nog leerplichtig.

In mijn Brabantse stamcafé bespreek ik wat er was gebeurd. Enkele stamgasten wilden de dag dat Nico de school verliet, de Nexit noemen. Ik opperde echter om het de Nixet te noemen. “As ge deruit stapt, dan hedde kans dagge uiteindelijk nix het.”