Mijn verliefde tuin
Ook al zit ik nog steeds te bedenken.
Of ik nauw op een stoel of een bank zit.
De tuin voor mij lijkt er niet levendiger op te worden.
Misschien omdat ik verdoezel jou leuk te vinden.
Jij een prachtig figuur die rondloopt op de aarde.
Jij die mij blikveld scherp en eenzijdig maakt.
Jij die nog niet weet wat ik wel antwoord op weet.
Ik sproei al tijden met een gieter vol water.
Om te verdoezelen dat eigenlijk door de liefde die ik voel.
Voor een figuur die ik geen naam bij noemen kan.
De tuin eigenlijk een levende rode rozenveld is.
Ik het emotioneel er niet uitgepompt krijg.
Uit mijn blikveld die ik moet schetsen met mijn gezicht.
Naar iedereen, behalve iedereen en niet jij.
Waarom sta ik niet voor je en vertel ik gewoon wat ik voel?
Dan is de wereld een mysterie rijker geworden.
Waarom ben ik alleen verliefd en niet jij.
Om uiteindelijk mijn dooie tuin weer in te kijken.
Omdat alles niet waar blijkt te zijn wat ik gezegd heb.
Om de vraag niet te krijgen.
Komt ze voor in wie is het en dus wie is het.