MENING! Ja, maar onderbouwing?
Onlangs was ik op een verjaardag van een vriend en raakte ik met twee andere vrienden in gesprek met een oom van de jarige. Zoals gebruikelijk bij dat soort gesprekken werd aan ons gevraagd wat we voor werk/opleiding deden. Vriend éen vertelde dat hij een vrachtwagenmonteur was en vervolgens werd er met wederzijds genoegen gesproken over pracht van dat vak. De andere vriend beantwoorde de vraag door te zeggen dat hij bij de technische dienst van het leger zat en ook hier was de beste man zeer over te spreken. Toen was ik aan de beurt. Ik voelde de bui al hangen en vertelde met lichte tegenzin dat ik politicologie studeerde. Dit leidde vervolgens tot een langdurig gesprek, of beter monoloog, waarin de oom in geuren en kleuren uitlegde wat er allemaal mis was met de Nederlandse politiek en dat ik het daar maar vooral mee eens moest zijn.
Deze manier van praten over politiek, zie ik tegenwoordig vaak terugkomen. Iedereen weet precies wat er waar mis is en steekt zijn mening hierover zeker niet onder stoelen of banken. Begrijp me niet verkeerd, het is goed dat een groot deel van de Nederlanders een mening heeft over politiek. Het zorgt ervoor dat we als Nederland in de top tien staat als het gaat om opkomstpercentages bij nationale verkiezingen in Europa. Het probleem is dat we niet meer in staat lijken te zijn om onze mening te nuanceren.
Er wordt tegenwoordig vaak geklaagd dat de politiek zo ongelofelijk polariseert, maar de meningen over politiek polariseren net zo hard mee. In plaats van “Ik ben het op dat punt niet met de VVD eens.” , is een uitspraak als “Rutte is een lul!” veel vaker te horen. Social media is hier zeker deels voor verantwoordelijk. De anonimiteit die, die platforms bieden, zorgen ervoor dat mensen niet meer verantwoordelijk gehouden worden voor hun uitspraken en niet gedwongen worden om hun virtuele geschreeuw te onderbouwen.
En juist die onderbouwing is zo belangrijk. Het moeten onderbouwen van een uitspraak als “Rutte is een lul!”, helpt namelijk om kritisch te kijken naar zo’n uitspraak, waardoor vragen als “Is Rutte eigenlijk wel zo’n lul?” naar voren kunnen komen. Hierdoor kan het wederzijds geschreeuw veranderen in een gesprek waarin beide partijen elkaars standpunten begrijpen en heel misschien zelfs iets van elkaar kunnen leren.
Tijdens de monoloog van de eerder genoemde oom vroeg ik in éen van zijn adempauzes “maar waarom dan?”. Het antwoord luidde “Dat is gewoon zo.”. Vanaf dat moment stopte ik met luisteren.