Het Ding
Ik zit bij de dokter om tien voor negen. Blijkbaar is tien voor negen de ideale tijd om met je kinderen langs te komen. Drie kinderen, elk van andere ouders, maar allemaal met exact dezelfde lengte – waarschijnlijk kniehoogte – komen binnen één minuut binnen. Ik hoor een vader zeggen: wil je met dat ding spelen?
Dat Ding. Ik mag dan geen kinderen hebben, maar ik kan me voorstellen dat je als ouder de inhoud van de spoelgoedwinkel goed leert kennen: van de laboratoriumsets en plastic zwaarden voor de jongens tot de poppen en speelgoedstofzuigers voor de meisjes. Maar het Ding is ook voor deze vader een raadsel, een net zo’n groot raadsel als het voor deze student is.
Ik heb het Ding in mijn hele leven maar op twee plekken gezien: in de wachtkamer van de tandarts en de wachtkamer van de dokter. Het is moeilijk te beschrijven, maar de kans is groot dat je al weet waar ik het over heb. Het Ding is gemaakt van kleurrijke plastic staven, gebogen in allerlei vormen. Eromheen zitten houten kralen je die van de ene kant naar de andere kan duwen. Als kind begreep ik het al niet, en dus liet ik er mijn fantasie erop los: de kralen waren karretjes van achtbanen en ik was de kracht die ze omhoog duwde en liet vallen. Toen al, op achtjarige leeftijd, realiseerde ik me dat dit best saai speelgoed was.
Nu, op drieëntwintigjarige leeftijd vraag ik me af hoe het Ding heet, en of een normaal persoon een Ding kan krijgen. Niet dat ik er één wil, maar het is opvallend dat niemand er ooit één ziet buiten de wachtkamer van een dokter. Ik wil het googelen, maar realiseer me dat er niets te googelen valt. De naam van het Ding is mij onbekend, en een zoekopdracht naar Ding zal me weinig opleveren. Ik vraag me af of meerdere mensen zich dit hebben afgevraagd. Of zij ook op zoek zijn gegaan naar een Ding. Zijn er websites die je alleen kunt zien als je een soort arts bent? Een hele website vol Dingen. Zullen er meerdere soorten zijn of is er meer één variant?
Mijn gedachten worden onderbroken door de dokter die mijn naam roept en nog één keer werp ik een blik op het Ding. Eén van de kniehoge kinderen duwt tegen de kralen en lacht. Blijkbaar is er toch nog interesse. Er zijn dan ook maar weinig kansen om met het Ding te spelen; als we allemaal wisten wat het zou zijn zou het unieke eraf zijn. Misschien is er een les hier: sommige Dingen kunnen beter een mysterie blijven.