De ironie van ‘de foute man’

Meike Liedenbaum 4 mrt 2019

Starend naar het planfond van mijn badkamer vraag ik me af waar en wanneer het precies goed fout gegaan is. Weinig goed, veel fout, bedoel ik dan. Terwijl ik me irriteer aan dat ene douchekop straaltje die compleet tegendraads een geheel andere richting in spuit, denk ik alweer aan hoe iedereen maar blijft beweren dat ik me echt geen zorgen hoef te maken. Schijnbaar is er nog een gigantische hoeveelheid single sexy vissen in de oceaan te vinden. Of die toevallig ook nog gezegend zijn met niet één maar twee daadwerkelijke hersencellen en iets wat ze empathisch vermogen noemen? Dat vindt men dan weer een rare vraag. Ik niet hoor. Ik heb door de jaren heen namelijk een compleet ongevraagde begaafdheid ontwikkeld voor het vinden van de zogeheten ‘foute man’. Of, beter gezegd, foute mannen. Meervoud. Meer fout. Meer fun. Want dat is waar het begint. Want alles wat God, Neptunus en vooruit, Poseidon verboden hebben, dat willen we. Nu.

Het mooie van de foute man is dat, wanneer je ze eenmaal in je vizier hebt, er geen weg terug meer lijkt te zijn. Aan de haak slaan. Afspreken? DUH. Gebiologeerd, geïntrigeerd en voornamelijk vereerd stap je zonder ook maar een milliseconde na te denken in hun bootje. En dan ineens ben je in Atlantis, waar de tijd stil lijkt te staan. Even vergeet je dat je normaal gesproken best een rationeel persoon bent met standards en ambities. Maar nee hoor. Hij is onbereikbaar, mysterieus, gewild, aardig genoeg om je bijzonder te laten voelen en, heel belangrijk, onaardig genoeg om interessant te blijven. Dus all fun, oesters, visticks, je weet het. Totdat Atlantis ineens ‘totaal onverwacht’ een mythe is en je achter het net blijkt te vissen. Wat nu? Overlevingsmodus. Standje ik-functioneer-enkel-vasthoudende-aan-twee-principes: overdenken en online stalken. Bekend fenomeen. Spreekt voor zich. Vinden we dat leuk? Nee. Gaan we er toch tot in den treuren mee door? Jazeker.

Dat brengt me terug naar mijn badkamer. Waar ik inmiddels aan het chillen ben in een bad gevuld met tranen van zelfmedelijden. Mijn favoriet. Ik doe een poging om die compléét onverklaarbare maar alsmaar terugkerende leegte te vullen en besluit mezelf te vermaken door uiteindelijk toch maar te antwoorden op de nog ongelezen berichten in mijn inbox van wél geïnteresseerde en toegankelijke mannen. ‘Afspreken?’ typ ik. Luisterend naar Frank Ocean besef ik de ironie van het concept ‘de foute man’ en lach ik mezelf eventjes uit. Dit is waar het goed fout gaat.