Belangrijkheidsbellers
Je kent ze wel. Die mannen (het zijn meestal mannen), die in de trein luid en duidelijk spreken over de belangrijke afspraak, die ze moeten verzetten. Voor een andere belangrijke afspraak.
Of ze lopen naar de bushalte en gaan midden tussen de mensen staan om de afspraak te verzetten. De te verzetten afspraak, verzetten ze altijd later. Zelden gelijk op dat moment. Ik verdenk ze altijd ervan dat ze niemand aan de telefoon hebben.
Of ze moeten de privacy van mensen, die even hulp nodig hebben, door de trein slingeren. Ze spreken altijd duidelijk en meestal luid.
Want wij, als omstanders, moeten dan begrijpen dat hij héél belangrijk is. Hij heeft twee afspraken tegelijk. Zo belangrijk is hij en dat moet iedereen weten, zodat iedereen met zijn belangrijkheid rekening kan houden.
En hij is héél goed, omdat ie andere mensen zo fijn helpt. Hij bespreekt medicatie, diagnoses, behandelwijzes, beschermd wonen in een volle treincoupé en dringt aan op het volgen van zijn advies. Wanneer je ze aanspreekt op de privacyregels, is het excuus “dat ze toch geen naam noemen?!”
Zit er een meisje naast, zie je dat ze probeert te verdwijnen in de zitting of net doet net of ze er niet bij hoort. Kom op zeg: er zijn 100.000 dingen om het over te hebben zonder dat je de behandelkamer informatie door de trein slingert.
Ik heb altijd een beetje medelijden met dit soort mannen. Het liefst lach ik ze recht in hun gezicht uit. Wanneer je – psychologisch gezien – de wereld op deze manier moet vertellen hoe goed en belangrijk je bent, beschik je over kleutergedrag. Je hebt dan duidelijk geen enkele eigenwaarde of zelfinzicht. Voorst ontbreekt het een deel van deze mannen aan gewoon fatsoen.
De laatste belangrijkheidsbeller die ik tegenkwam, heb ik gezegd , dat ik het fijn vond, dat iedereen nu wist hoe belangrijk hij was. Hij ging over tot de persoonlijke afzeik-aanval. Het was heel duidelijk, dat hij per se beter moest zijn dan ik. Waarmee mijn persoonlijk vooroordeel over belangrijkheidsbellers rond is. 🙂