Aapwater

Raymond Taams 24 mrt 2019

Nog nooit was mijn moeder zo levendig dood als afgelopen maandag. Haar lichtblauwe vierdeurs Toyota Auris met dubbele bediening – ze gaf rijles – kon ik bij wijze van spreken voor mijn deur zien stoppen. En voor mijn deur betekende maandag: op nog geen kilometer afstand van de aanslag in de Utrechtse tram.

Ma woonde in Maarssen, een naburig dorp. Ik weet zeker dat ze meteen nadat ze het nieuws gehoord had, gebeld zou hebben. “Moet ik je echt niet even komen halen jongen?” Aan de ene kant had ik dat als 37-jarige stoer willen weigeren, aan de andere kant is het echt niet leuk als je binnen moet blijven omdat er weleens ‘vervolgacties’ zouden kunnen plaatsvinden en je de premier op televisie hoort zeggen dat hij zich grote zorgen maakt. Een vreemde dag, die ik echt wel overleefde, in tegenstelling tot drie andere mensen, waarvan twee een stuk jonger waren dan ik, voor zover dat iets uitmaakt.

De dag erna voelde ik me niet lekker en bij een vriend thuis gaf mijn lichaam een fysieke reactie. Mijn hart bonsde en ik werd een beetje licht in mijn hoofd. “Het voelde gisteren toch wel gek dat ik geen ouders meer heb om zoiets mee te delen”, zei ik tegen de vriend. Zijn zesjarige dochtertje kwam mij troosten met aapwater: een glas water waarin ze, driftig knijpend in haar plastic speelgoedaap, lucht had gespoten.

Aapwater, erg heilzaam spul, ik kan het iedereen aanbevelen. Weer een dag later zag ik Thierry Baudet dronken van superioriteitsgevoelens zijn overwinningstoespraak houden op televisie. Hij kondigde een renaissance van de boreale wereld aan, te starten vanaf ons smalle strookje polderland aan de Noordzee. Ik vroeg me af wat de zesjarige dochter van mijn vriend hiervan zou vinden. Het is immers vooral haar toekomst. Als ze de opgewonden retoriek had kunnen begrijpen, was ze waarschijnlijk toegesneld met een glaasje aapwater. ‘Gaat het weer een beetje, meneer Baudet?’