Mijn dooie tuin in de ruimte
Zittend in mijn dooie tuin.
Ook wel de dead garden on the moon genoemd.
Door mij zelf, maar door geen ander in mijn lege tuin.
Als ik nu water door mijn gieter laat vloeien naar de grond.
Vliegt het water, alsof het de maan is, door de lucht.
Net zoals de gieter, ik op mijn stoel, opblaasboot, de tuin.
Ik probeer nog steeds mijn dooie tuin te redden.
Oftewel the man on the moon zonder eten of drinken.
De levendigheid van de tuin vliegt door het rond.
Net zoals de zon rondjes maakt om mijn dooie tuin heen.
Mijn draaimolen die rondvliegt door mijn tuin, de ruimte.
Het paard dat vliegend op hol is geslagen.
Het theekopje dat niet stopt met het schenken van thee.
Ik probeer al vliegend op een stoel de tuin te redden.
Ik zie allerlei levende bloemen rondvliegen.
Maar krijg er geen één te pakken.
Anders dan alle dooie planten, onkruid, wat maar dood is.
Er zit niet anders op dan terug naar aarde te gaan.
Want hoe het vliegt, wendt of keert, het blijft hier ook dood.
Ik in mijn ruimtepak doe nog een poging.
En keerde dan terug naar aarde.
Dead garden on the moon.