Kwantumtaal

Robert Beernink 8 feb 2019

In VPRO’s 2DOC was recentelijk ‘De Race’ te zien, over de ontwikkeling van de kwantumcomputer, met in de hoofdrol professor Leo Kouwenhoven in Delft. De fascinerende film opende met een citaat van vermaard natuurkundige en Nobelprijswinnaar Richard Feynman: ‘Wie zegt de kwantummechanica te begrijpen, begrijpt er niets van.’

Gelukkig. Het is dus gewoon een kwestie van accepteren dat één deeltje op twee plaatsen tegelijk kan bestaan en dat die tijdloos met elkaar (of met zichzelf?) communiceren. En dat het door Kouwenhoven aangetoonde Majorana-deeltje alleen nog maar stabiel gemaakt hoeft te worden om een kwantumtelraam te kunnen construeren.

Wat is hier zo interessant aan? Traditionele computers lossen vraagstukken op door elke individuele mogelijkheid met eentjes en nulletjes af te vinken. Een kwantumcomputer onderzoekt alle mogelijkheden in een keer, omdat het met behulp van Majorana-deeltjes en nanodraadjes op ontelbare plekken tegelijk actief is. De rekenkracht wordt ongekend groot. Uitdagingen die de huidige computers niet aankunnen, worden een fluitje van een cent.

Te denken valt aan het energieprobleem of toepassen van exact op de persoon afgestemde medicatie. De basis van de kosmos en zijn inboedel is de kwantummechanica. Alles wat wij zien, inclusief wijzelf, zijn daar volledig ondergeschikt aan. Het is koren op de molen van religieuzen die menen dat zij naar het evenbeeld van hun schepper zijn gemaakt. Een waar kwantumgeloof!

Kunst en in het bijzonder taal en poëzie zullen op zoveel manieren kunnen worden uitgelegd en geïnterpreteerd dat je met een gerust hart kunt zeggen: ‘Dit gaat ver boven mijn pet.’