Energierekening
Met God als baas was de aarde het centrum van de schepping, daarna werden zon en mens het middelpunt. Inmiddels menen we dat het heelal incluis inhoud de resultante is van de oerknal, waarin vanuit het niets vrijgekomen energie een besteding zoekt. Dat laatste is een interessante theorie: het eindstadium van het universum is bereikt zodra alle beschikbare energie zich heeft genivelleerd en is uitgeraasd. Weer is er leegte. Niets streeft naar niets. Is dat een sombere gedachte? Niet als we onze bescheiden rol in dit geheel gewoon accepteren. Dat doen we natuurlijk niet. De ambitie van de mens is: van iets naar iets anders, meer of minder. Vertalen we deze theorie van de naar niets navigerende energie naar onze wereldschaal, ontkomen we niet aan basale vragen. Hier bedoel ik niet de hogere energierekening: leiders streven immers voortdurend naar iets meer. We verbazen ons er niet eens meer over. Duurzaamheiddrammers lijken voortdurend naar iets minder te streven, bijvoorbeeld CO2-uitstoot. In werkelijkheid streven ze echter naar iets anders, waardoor het nog maar zeer de vraag is of hun primaire doelstellingen legitiem zijn. Met wind wordt stroom opgewekt maar wat we tegelijkertijd doen is die wind, een manifestatie van energie, een alternatieve bestemming geven. De zo opgebruikte windkracht kan geen golven op zee meer veroorzaken of blad van onze bomen waaien. Wat betekent dat milieumatig? Zonnecellen absorberen energie die niet meer elders aangewend kan worden. Wat is daarvan de ecologische rekening? De scherpe lezer heeft het allang door: uiteindelijk betalen we niets.
23 februari 2019 #BinnenDoorDenker www.robertbeernink.nl