Een onzichtbare eetstoornis met maatje 38
‘Huh, je bent toch helemaal niet graatmager? Je hebt niet eens ondergewicht. Dan valt het allemaal toch wel mee? Je eet weer, dus het gaat toch beter?’
Was het maar zo simpel. 14 jaar was ik, toen ik een eetstoornis ontwikkelde.
Je scrolt door Instagram, ziet vrouwen zoals Kylie Jenner en Anna Nooshin. Het ideaalbeeld. Precies zó wilde ik er ook uitzien. Het begon allemaal vrij onschuldig, met een fitnessabonnement en een wekelijkse afspraak bij de diëtiste. Binnen acht weken verloor ik acht kilo.
Ik zag er nog steeds niet uit zoals ik wilde. Ik had brede heupen, bovenbenen en schouders. Mijn bouw, een ‘cadeautje’ van mijn moeder. Het duurde mij allemaal te lang. In mijn eentje ging ik steeds verder met afvallen. Ik zat niet lekker in mijn vel en dacht dat alleen een lichaam als Kylie Jenner mij gelukkig zou maken.
Maar hoe meer kilo’s ik verloor, hoe ellendiger ik mij ging voelen. Elke dag schreef ik op wat ik at, en hoeveel ik maximaal mocht eten. Toen ging het heel snel. 1500 calorieën per dag werden er 1000, 1000 werd 500 en 500 werd 200. Vaak zelfs nul. Als ik over mijn grens ging, had ik drie opties: de vinger in de keel, laxeermiddelen slikken of zó lang doorsporten, totdat alle calorieën eraf waren. Ik loog tegen mijn ouders dat ik bij een vriendin at, terwijl ik stiekem urenlang op de crosstrainer liep te zweten.
Dingen die leuk zouden moeten zijn, deed ik niet meer. Ik stopte met voetballen. Niet omdat ik er geen plezier meer in had, maar omdat ik met fitnessen meer en sneller kon afvallen. Gezellig shoppen werd huilen in het pashokje, uitgaan durfde ik niet meer. Ik was bang dat iedereen een dag later de chips of wijntjes aan mijn lichaam zou zien. Smoesjes tegen vriendinnen als ‘ik mag niet’ of ‘ik voel me niet lekker’ werden wekelijkse kost.
Ik was doodop, maar vanwege mijn maatje 38 zag niemand het aan me. Alsof mijn eetstoornis onzichtbaar was. Na twee jaar besloot ik hulp te zoeken. Bij alle instanties kreeg ik iets anders te horen: Orthorexia, Anorexia of Boulimia. Welke eetstoornis het precies was, zal ik nooit weten. Ik als enorme binnenvetter, heb er in ieder geval over leren praten.
Deze week heb ik mijn laatste therapiegesprek. Dit opschrijven, voelt als een echte laatste stap. Liegen tegen mijn broer, ouders en vriendinnen hoeft niet meer. Sporten is nu geen moeten, maar een hobby. Stappen doe ik weer en met shoppen is mijn bankrekening het enige dat nog moet huilen.