Winterse kou met een warm gesprek
Vandaag ging ik naar mijn toekomstige stage toe om even wat zaken te bespreken en verder kennis te maken. Toen ik op station Ede-Wageningen kwam, had ik het zó koud dat ik even lekker een bakje thee haalde bij de Kiosk. Ik was zoals gewoonlijk weer veel te vroeg op het station en had even de tijd om te genieten van de winterse kou, die nu ook Nederland had bereikt.
Na ongeveer tien minuten kwam mijn trein. Ik stapte de trein in en ging in een lege vierzit in het halletje zitten. Er kwam een moeder met twee volwassen dochters bij mij zitten. Ik groette ze even en zat lekker met mijn oortjes in. De dames hadden ook allebei thee en toen kwam het onderwerp suiker ter sprake. Ik had inmiddels een oortje uitgedaan, om zo als nieuwsgierige treinreiziger mee te genieten van deze verhalen.
Ineens haalde één van de meiden die tegenover me zat een stuk of tien suikerstaafjes uit haar jaszak. Voordat ik het wist zei ik het al: ‘Nou dat wordt een zoet theetje’ en ik lachte er een beetje bij. Ik dacht dat ze het niet allemaal voor haar thee zou gebruiken. Maar ze reageerde: ‘In Marokko drinken we altijd thee met heel veel suiker’.
En zo gezegd zo gedaan; alle suikerstaafjes werden één voor één opengescheurd en in de thee gegoten. Ze was verbaasd toen ik vertelde dat ik mijn thee zonder suiker dronk, maar soms wel met honing. Haar moeder, die naast mij zat, werd helemaal blij en begon te lachen. Ze zei: ‘Ja, je bent een echte Nederlander hè! Thee zonder suiker is ook veel gezonder en honing komt tenminste van bijtjes.’
Hierover ontstond een kleine discussie met haar dochter of honing of suiker gezonder zou zijn. Ik vond het een hilarisch gesprek worden, maar helaas was ik al op de bestemming en bleven zij in de trein zitten naar Utrecht. Ik wenste hen nog een fijne reis en dat ze maar goed zouden genieten van de zoete thee.
Toen ik uit de trein weer de kou instapte, was ik in gedachten nog aan het nagenieten van deze korte treinreis. Wat kan het gezellig zijn als je zomaar een praatje hebt in de trein. Misschien doe ik volgende keer wel weer m’n oortjes uit. Wie weet wat ik dan leer.