Rondstruinen in kantoortuinen

Iris Esser 29 jan 2019

Als een haring in een ton probeer ik mijn jas te openen in de metro die aanvoelt als een sauna. Het lukt niet zonder de passagiers achter en naast mij te trakteren op een elleboogstoot. Een medereiziger voor mij draagt een rugtas. Uiteraard haalt hij die niet even van zijn rug waardoor ik bij elke halte wanneer de metro tot stilstand komt een rugtas in mijn gezicht heb.
Wanneer dat helse ritje achter de rug is, bereid ik me voor op het echte avontuur. Het bemachtigen van een werkplek. Hoewel ik iedere dag op kantoor wordt verwacht is een werkplek geen vanzelfsprekendheid.
Ik struin eerst rond langs de stiltekamers waar maar twee bureaus staan, wat doorgaans alleen kans van slagen heeft op de woensdagen en vrijdagen, of voor wie om 07.00 uur start. Soms heb ik geluk, of pech afhankelijk van hoe positief je in het leven staat en zit ik in de vlek waar ik op papier ook hoor te zitten. Het komt zelden voor dat je een hele dag tegenover dezelfde collega zit, want ook hij of jijzelf moet weleens vergaderen. Dat betekent in de praktijk dat ik gemiddeld om de twee uur een ander groet, elk uur iemand vraagt of ik ook koffie wil, het geluid van de printer hoor, het geluid van de quooker, het geluid van iemand die hakken draagt, noodgedwongen meeluister met collega’s die overleggen aan hun bureau, rinkelende telefoons hoor, meldingen van whatsapp berichten, het getril van een telefoon die op stil staat en vergeet de sociaal verplichte praatjes niet. En dat vaak allemaal tegelijk.
Daar worden medewerkers geacht geconcentreerd te werken en hun werk volgens de daarbij behorende competentieniveaus af te leveren. Man, een gedetineerde heeft meer rust op een dag. Ik snak zo langzamerhand naar een isoleercel op kantoor.
De kantoortuin heeft veel voordelen behalve als je er in moet werken, naar mijn mening. Nog voor de lunchpauze ben ik al uitgeput. Als ik dat wegzet tegen een dag of twee thuiswerken met een vaas bloemen op tafel, foto’s in het zicht, kaarsjes, wierook, je persoonlijke spullen bij de hand, niks geen clean desk policy. Van het idee alleen al laad ik helemaal op.
Morgen mag ik weer. Als een haring in een ton, met een gezicht geplamuurd met foundation, rouge en lipstick -dat zal ze leren die rugtasdragers- rondstruinen in een van de kantoortuinen op zoek naar een werkplek en aan de mindfullness in de wc, bij gebrek aan een isoleercel.