Eenzaamheid
Om het onderwerp van mijn column in te leiden, wil ik eerst een aantal definities geven van eenzaamheid.
‘Eenzaamheid is het gevoel alleen te zijn’, ‘geïsoleerd te zijn van anderen’ en ‘eenzaamheid is het fysiek ervaren van een gebrek aan verbondenheid met anderen.’
Eenzaamheid is een ruim begrip die iedereen anders ervaart. Waarom heb ik voor dit onderwerp gekozen? Omdat het aandacht verdient. Steeds meer mensen in onze maatschappij ervaren het gevoel van eenzaamheid en ikzelf ervaar het ook regelmatig. Eerst dacht ik dat eenzaamheid vooral voorkwam bij ouderen, omdat zij op een bepaalde leeftijd hun partner verliezen. Maar wat blijkt: eenzaamheid komt ook steeds vaker voor bij de jongere doelgroep.
Enigszins ben ik hierover verrast, maar aan de andere kant weer niet. De reden waarom ik verrast ben, is omdat jongeren op school onder de mensen zijn, daarnaast zijn ze nog lid van een vereniging of sportclub. Je zou denken dat ze genoeg mensen om zich heen hebben, om zich niet eenzaam te voelen. Maar een keerzijde is toch dat we in een maatschappij leven waar de smartphone voorop staat. We zijn de hele dag bezig met onze telefoon en sociale media, dat we ons afzonderen en in onze eigen wereld begeven. En daardoor kun je je eigen onbewust eenzaam voelen.
Het is juist zo belangrijk om een gesprek in het ‘echt’ te voeren dan via een scherm, omdat je dan die persoon beter begrijpt en zelf krijg je het gevoel dat er naar jou geluisterd wordt. De overheid heeft al grote stappen gezet om eenzaamheid bespreekbaar te maken, door het inzetten van reclamefilmpjes op tv en radio. Hierin wordt verteld dat dat we samen met z’n allen iets kunnen doen tegen eenzaamheid. En een simpel gesprek over de dagelijkse dingen in het leven kan al genoeg zijn om iemand een goede dag te bezorgen.
Een voorbeeld van mijzelf: op zaterdag heb ik een bijbaantje in een supermarkt. Iedere zaterdag komt er een oude man alleen boodschappen doen. Een tijdje geleden vertelde hij tegen mij: dat boodschappen voor hem een soort uitje is, omdat hij thuis alleen zit en niemand heeft. Tijdens het boodschappen is hij toch onder de mensen, wat zijn dag weer iets beter maakt. Dus iedere zaterdag maak ik met hem een praatje, door simpel te vragen hoe het met hem gaat. Zo’n gesprek duurt hooguit vijf minuten, maar maakt beiden onze dag weer goed.