Een gaatje in de waarheid
Kom eens kijken, kom eens kijken! Er zit een gaatje in de waarheid.
Het lammetje springt en huppelt en botst tegen het geitje op.
Kom eens kijken, kom eens kijken, er zit een gaatje in de waarheid!
Het geitje bokt achter het lammetje aan en ziet het gaatje. Hij kijkt erdoor en zet grote ogen op.
Kom eens kijken, kom eens kijken, er zit een gaatje in de waarheid!
Het geitje bokt en springt en maakt rare sprongen. De kikker wordt er een beetje zenuwachtig van en maakt een grote sprong naar het gaatje.
Kom eens kijken, kom eens kijken, er zit echt een gaatje in de waarheid!
De kikker roept alle sprinkhanen bij elkaar en vertelt hen over het gaatje. Zij vliegen er langs en kijken er doorheen.
Kom eens kijken, kom eens kijken, er zit een gaatje in de waarheid, raspen de krekels erop los.
De koeien worden nu wel heel nieuwsgierig en komen met z’n allen naar het zogenaamde gaatje toe. Maar als ze erdoor heen kunnen zien loeien ze allemaal:
Kom eens kijken, kom eens kijken, er zit een gat in de waarheid!
De boer die van zijn erf af komt wil er het zijne van weten en kijkt ook eens door het gaatje. Wel verdorie en niet te geloven, roept hij luid. Zo luid, dat de mensen in het dorp het horen en met de burgemeester voorop naar het gat komen lopen. De minister wordt gebeld en daarna de koning.
Kom eens kijken, kom eens kijken, er zit een gaatje in de waarheid!
De koning kijkt en wikt en weegt. Hij kijkt nog eens en wikt nog eens en weegt nog eens. En dan is hij het met zichzelf eens. Achter het gaatje is het Paradijs. En dat hoort bij zijn koninkrijk. Hij ziet het immers door het gaatje in zijn land. Hij laat het gaatje afzetten met grote hekken, wachttorens en camera’s. Nu is het zijn Paradijs.
Kom eens kijken, kom eens kijken, hier kun je het Paradijs zien!