De leestafel
Ik had een vrije middag, althans dat dácht ik. In goed overleg aangevraagd met een digitaal verlofbriefje en alle andere plichtplegingen daaromtrent, teneinde de bereikbaarheid voor eventuele spoedgevallen te garanderen.
Per fiets begaf ik mij naar de bibliotheek in het wijkcentrum en ontmoette daar een wat oudere man die, bíjna staande en gelegen aan de leestafel, zijn linkerhand krampachtig op een stapel kranten had gelegd; een handeling die naar mij vibreerde als: wie aan mijn stapel kranten komt, komt aan mij.
In dat soort situaties word ik altijd heel voorzichtig. Want als het gaat om gewoonterecht, kan die wat oudere man dat recht best aan zijn kant hebben. Ik vermag zulks niet te beoordelen en houd mij daar dan ook verre van.
Nadat ik aan de leestafel was gaan zitten en aanstalten maakte om wat te gaan schrijven, sprak de wat oudere man mij aan. En weet u wat die man tegen mij zei? Hij zei: ,,Een leestafel in de bibliotheek is bedoeld om aan te lezen en is niet bedoeld om aan te schrijven.” Dát zei hij.
Ik stond op van de leestafel en verblikte noch verbloosde. Opeens was daar de tekst over het aan de rechterhand niet laten weten wat de linkerhand doet, dan wel andersom. Want ook dát weet ik nooit precies. Maar waar het voor nu uiteindelijk om gáát, is dat ik een vrije middag had, althans dat dácht ik, maar volgens mij heb ik dat al eerder geschreven, zodat die eventuele herhaling wel bij mijn leeftijd zal horen…