bierworstje?

Van dertien hoog suist midden in de nacht een bierworstje naar beneden.
‘Voor onderweg!’, roept de gastheer naar de vertrekkende twee vrienden. Frank en Barry. Ze hadden een vriendenavond. Even bijpraten. Even los van hun gezin. Het kratje bier is snel op. De woorden en de verhalen niet. Met een staartje cognac worden de belevenissen van vroeger nog spannender, de daden grootser, hun sprongen drie keer zo hoog.Tot hun tongen niet meer willen.
Dan zegt Barry: ’Wwe gggaan vriend.’
Zingend nemen ze de lift naar beneden. Gehannes met de fietssleuteltjes. Barry pakt de gekneusde bierworstjes op en propt ze in de zak van zijn jasje. Bij het opstappen valt hij over zijn fiets heen. Zijn lichaam wil niet meer. Zijn geest is nog scherp. Bij Frank is het andersom. Hij zit kaarsrecht op zijn fiets, maar neemt steeds de verkeerde afslag.
Barry fietst daarom voorop tussen de weilanden door. Onheilspellende dampen stijgen links en rechts uit de sloten. In de zwoele nachtlucht vormt zich een enorm dekbed van vocht. De koeien lijken slechts uit koppen te bestaan. Het wegdek doemt steeds op het laatst voor hun neuzen op. Barry slingert tussen beide sloten in. Steeds als het lijkt, dat hij te water gaat, draait hij zijn stuur goed. Tot hij echt valt. Zijn broek gescheurd, zijn knieën bloeden. Frank helpt hem op. Waarna deze weer de verkeerde kant op lijkt te gaan. Barry gromt hem als een prehistorisch mens de goede richting op. Zingend komen ze bij hun huis. De zon is al boven de horizon. Een nieuwe dag in een ander licht.
Als Barry na een paar uur slapen wakker wordt, hoort hij zijn vrouw zeggen: ’Papa is moe. Hij blijft nog even liggen. Meisjes, jullie mogen zelf buiten spelen.’
‘Hoi, hoi.’, roepen zijn dochters. Ze geven Barry een kusje. ‘Rust maar lekker uit hoor, papa, lieve papa. Oh ja, papa, er zat nog wat in je broekzak. Een lekker bierworstje. Wil je dat nu eten?’
Papa staat weer op zijn voetstuk. Al is het nog maar wankel. Zijn lichaam onder de lakens zit vol blauwe plekken, maar boven het dekbed kan hij voor hen het leven weer aan.
‘Nee, dank je schatten’, zegt hij ’vandaag is het weer tijd voor een gewone en gezonde bruine boterham.’