Rookwolken en vierde klas treinreizen
M en ik zitten eerste klas naar Brussel vandaag, vanwege de gratis upgrade: eerste klas voor de prijs van de tweede. We zijn niet de enigen. De deur zwaait steeds open en nieuwe uitverkorenen verschijnen in de kleine coupé, ook zij hebben de NS-aanbieding in hun brievenbus gehad.
‘Ook een upgrade?’, vragen we vrolijk.
– ‘Hoezo zien we er uit alsof we hier niet horen?’
‘Nee hoor.’
– ‘Ja, wat is er nou nog eerste klas aan als het net zo vol zit als de tweede?’, roept een meisje.
‘De stoelen!’, klinkt het van achteraan.
In de hoek bij de deur zit een man die net heeft gemeld dat hij veertig jaar op de trein heeft gewerkt. In 1992 kon hij met pensioen, op zijn zestiende was hij als loopjongen begonnen. Reken maar uit.
Ik vraag hem hoe het was op de trein in de jaren vijftig.De treinen waren toch veel mooier toen?
‘Welnee en de trein is nu veel beter. Er was bijvoorbeeld geen centrale deurvergrendeling, dus je moest altijd al die deuren één voor één dicht doen. Soms waren de mensen zo fatsoenlijk om de deur zelf dicht te doen. Dat scheelde mij weer lopen. En de treinen schommelden toen nog verschrikkelijk. In de restauratiewagon kon je koppen koffie kopen die loodzwaar waren, zodat ze tenminste op je tafeltje bleven staan. De treinen werden later steeds mooier. In de jaren zeventig had je de Badenhosen-express, een trein van Beieren naar Vlissingen, dat was een feest. Wij stapten op in Emmerich. Die trein had zelfs een balzaal, dan konden reizigers dansen. Ik was meestal meteen mijn pet kwijt, die pet ging in de polonaise de hele trein door. Ik kreeg hem altijd terug hoor.’
Ik kijk rond. Van achter alle stoelen wordt zichtbaar meegeluisterd.
‘Je had dus vier klassen vroeger. Vier. De eerste klas met pluche rode stoelen, heel zacht, maar het was ook vies. Er zaten bijna altijd vlooien in. En dan de tweede klas met gladde stoelbekleding, dat was voor ambtenaren. De derde klas met houten banken die was voor het werkvolk. Ik waadde mij elke ochtend door een dichte rookwolk om de kaartjes te controleren, roken in de trein dat deed toen iedereen. Maar mensen vergeten dus vaak de vierde klas, die was er ook en dat weet ik nog goed, want ik ben lang geleden op de trein begonnen. In de vierde klas, daar was de bojem eruit gehaald, daar moesten de mensen zelf mee rennen.’
De gepensioneerde conducteur kijkt om zich heen. ‘Toen ik die grap voor het eerst vertelde, konden ze er helemaal niet om lachen’, bekent hij terwijl hij het succes oogst dat hij nu met de grap heeft.