Op reddingsmissie met Nickelodeon
Het was de dag na Sinterklaas en mijn jongste zoon was ziek. Terwijl de keukentafel mijn kantoortuin-voor-één-dag was, lag mijn zoon in de woonkamer voor de televisie. Ziekte is de enige reden waardoor je niet dat knagende gevoel hebt wanneer je kroost voor de buis zit. Want laten we eerlijk zijn: we doen het allemaal en we doen het allemaal liever niet. Alsof we onze kinderen niet hebben geleerd zichzelf te vermaken. Alsof we ze niet stimuleren hun fantasie te gebruiken. Alsof we falen. En dat terwijl dat knagende gevoel zich op geen enkele manier opdringt als we zelf onderuitgezakt naar het scherm liggen te staren, als onze oogappeltjes eenmaal op bed liggen.
Kinderzender Nickelodeon heeft er iets op gevonden, dat knagende gevoel. Terwijl ik mijn zoon een bekertje siroop, een rijstwafel en een aai over de bol bracht (de oplettende lezer zal opmerken dat ik hier met een simpele bijzin probeer te tonen wat een lieve vader ik ben) begon net een aflevering van Paw Patrol. “Wanneer je kind met de Paw Patrol meegaat op reddingsmissie, leert het essentiële vaardigheden als samenwerken en oplossingsgericht denken,” vertelde een enthousiaste meisjesstem. Aha, ik zag het dus helemaal verkeerd. Mijn zieke kind lag niet op de bank voor de tv, maar ging op reddingsmissie, waarbij hij ook nog essentiële vaardigheden opdeed. Ik was bijna blij dat hij die dag niet op school was.
Voor wie de Paw Patrol niet kent: Het programma draait om een clubje pups dat de bewoners van een slaapstadje helpt als die zichzelf op meestal buitengewoon knullige wijze in de penarie hebben geholpen. Ik herinner me die keer dat de huiskip van de burgemeester verdwaald was in een maïsdoolhof en geen enkele volwassen dorpsbewoner het dier er weer uit kreeg. Met vereende krachten, een helikopter en een takelwagen lukte het de Paw Patrol wel. Uiteraard.
Begrijp me niet verkeerd: het gaat me niet om Paw Patrol. Mijn jongste zoon geniet van dat programma en stiekem de oudste ook. Voor vijfjarigen hoef je het ook echt niet spannender te maken dan een verdwaalde kip in een maïsdoolhof. Maar laat die claim van educatieve waarde maar achterwege. Het is zó geforceerd, dat het me juist het idee geeft dat ik iets fout doe. Dat ik faal. Terwijl een kind, na een zes-urige schooldag en een uurtje buitenspelen, net zoveel recht heeft op een uurtje zinloos bankhangen als zijn ouders.