Mag ik ook eens pissig zijn?

Erwin Troost 3 dec 2018

Donderdagavond

‘”Mam, ze gaan morgen op stap.’’
“Dan ga jij toch ook.”
“Ik durf niet meer. Ik ben steeds meer slechtziend in het donker. ”
”Dan neem je toch een taxi naar huis. ”

Vrijdagavond

We eten, drinken, ik aan de cola. Daarna gaan we op stap. Even ontspannen. We delen verhalen en later wordt er gedanst. Ik ga over naar de wijn. Er heerst gezelligheid. Wat een avond. We dansen, lachen, maar de vermoeidheid komt. Mijn zus moet de bus en ik een taxi, dus wij wandelen naar het station. Ik wil de taxi nemen en de gelovige allochtoon zegt dat ik niet mee mag. “Je hebt gedronken en dan ga je straks kotsen.” Raar idee, maar goed daarna waarschuwde hij alle andere twaalf taxichauffeurs. Zouden ze doorhebben gehad dat ze allemaal geen klanten hadden? Ik strek mijn benen, besluit een wandeling voort te zetten naar mijn huis en het begint te dringen. Ik moet hoognodig plassen. Ik kies geen huis uit, geen steeg. Nee, een afgelegen plek. En wat je dan gelukkig maakt als mens is de verlossing van het zeiken. alles laten gaan, eruit gooien. Of had ik het als een beperkt mens in mijn broek moeten doen?

Vijf minuten later word ik aangehouden door de politie. Nee, ze doen niets aan mensen die geen richting aangeven op de fiets, geen licht aanhebben. Mensen die onveilig appen in het verkeer. Demonstraties waarbij kinderen de dupe zijn. Domme hooligans. Een vrouw van 85 jaar die in elkaar wordt geslagen. Dertien taxichauffeurs die discrimineren. Nee, ik ben belangrijker dan dat. Drie kwartier heb ik met die agenten gestaan. In die tijd hadden ze mij naar huis kunnen brengen. Dat was slechts tien minuten. Maar nee, dat hoort niet bij hun functie. Drie kwartier stilstaan wel. Dat klinkt bij mij als een pauze inlassen en niet een ander helpen. Weet je wat het probleem is met de wereld? Dat er niets menselijks is in onze functie. En dan heb jij een probleem, mijnheer agent. Niet ik. Ik plaste van geluk. En jij hebt de wereld niet verbeterd of gehandhaafd. Je hebt haar niet mooier gemaakt. Ik gaf wat terug aan de aarde. Mijnheer agent hield zich bezig met een dom onschuldig incident. Maar datgene waar jij blind voor bent geef ik gaarne aan de wereld terug. Ik zou de slechtziende naar huis hebben geleid.