Kantoormuis

Derek Hogeweg 20 dec 2018

Bescheidenheid siert de mens? Ja, op een administratiekantoor, onder de TL-verlichting. Niet als je de Tour wil winnen. Dan heb je niets aan bescheidenheid.

Onlangs werd schaatser Kjeld Nuis uitgeroepen tot sportman van het jaar. Hij had geen speech voorbereid, dat was wat hij vooral wilde benadrukken toen hij op het podium stond. Je zou maar iets hebben voorbereid; dat impliceert dat je er rekening mee hebt gehouden dat je kan winnen – en dat trekken de meeste mensen niet. Zelfvertrouwen wordt in Nederland vaak verward met arrogantie.

Zelden hoor je hier een succesvolle topsporter met superlatieven strooien. "Ja, het ging wel redelijk vandaag" en "we hadden geluk" hoor je vaker. Terwijl er helemaal niets mis mee is om jezelf soms een schouderklopje te geven. Het voelt ongemakkelijk omdat we het niet gewend zijn. Wat dat betreft kunnen we wat leren van de Amerikanen. Mensen als Michael Jordan en Lance Armstrong, die hebben nog nooit van bescheidenheid gehoord. Toch zijn het niet per definitie verkeerde mensen. Ze hebben alleen lak aan jouw mening (en aan die van mij). Je kunt niet iedereen tevreden houden als je de beste wilt zijn.

Nee, in Nederland komt de ware aard van de topsporter vooral boven als het misgaat, als het niet loopt zoals gehoopt. Dan worden de kleedkamers verbouwd en komen de smoesjes. Ga je wél met goud naar huis, dan is het niet chique om daar al te trots op te zijn. Beter bedank je je ouders voor hun onvoorwaardelijke support en de coach voor zijn eindeloze geduld. Natuurlijk zijn je ouders en je coach ontzettend belangrijk geweest als steun en toeverlaat, maar je hebt toch zelf dat record verbroken? Zeg dat dan gewoon.

Aan bescheidenheid hebt je niets, tenzij je de ambitie hebt om een grijze kantoormuis te worden. Dan is het wel handig als je er geen wedstrijd van maakt wie het snelste koffie haalt, of de meeste dossiers in een uur kan kopiëren. In alle andere gevallen: kieper die valse bescheidenheid overboord. Je koopt er niets voor en het helpt je ook niet aan de onderhandelingstafel, als je een hoger salaris wil.

Vraag maar aan Pieter van den Hoogenband.