#sorrynederland

Femke Swarte 29 nov 2018

Het is weer flink raak. Nadat Johan Derksen deze week op televisie zei dat homo’s gewoon zonder moeilijk te doen uit de kast moeten komen als ze ook maar een beetje karakter hebben, deelden talloze lhbti’ers op sociale media hun coming out verhalen, die soms behoorlijk schrijnend zijn, onder de hashtag #sorryjohan

Deze hashtag wordt door menigeen lovend ontvangen, maar er zijn ook genoeg reacties te vinden van mensen, die zeggen dat de LHBTI’ers achter de hashtag zich niet zo aan moeten stellen. Dit zijn de mensen die beweren dat we in Nederland niet meer tegen een grapje kunnen.

In mijn werk als docent help ik leerlingen regelmatig bij het begrijpen van lastige woorden. Daarom heb ik het woordenboek er eens even bij gepakt. De Dikke van Dale definieert het woord “grap” als “iets vermakelijks, een aardigheid.” Hoe leg ik mijn leerlingen uit dat opmerkingen over minderheden “vermakelijk” zijn, of sterker nog: dat ze bedoeld zijn als “een aardigheid”?

Hoe leg ik dat uit, in een tijd waarin groepen mensen steeds meer tegenover elkaar komen te staan, discussies polariseren en sommige mensen niet eens meer in staat zijn om in te zien wat de gevolgen kunnen zijn van opmerkingen als die van Johan Derksen?

Voor mij valt dat niet uit te leggen. Zeker niet aan de leerlingen die mij toevertrouwen dat ze het spannend vinden om uit de kast te komen. Of die uitgescholden worden omdat ze een hoofddoek dragen. En ook niet aan die leerlingen die mij vragen of Nederland niet hun land kan zijn als hun klasgenoten zeggen dat ze terug moeten gaan naar hun eigen land.

Dus #sorrynederland dat ik niet tegen een grapje kan. #sorrynederland dat ik het fijn vind dat politici als Ingrid van Engelshoven opkomen voor de rechten van minderheden. En #sorrynederland dat ik mijn leerlingen altijd zal blijven leren dat empathie op kunnen brengen voor een ander belangrijker is dan het maken van een grap.