Ouders, bescherm je kinderen
Als ouder heb je een heilige plicht om je kinderen van kwaad te behoeden. Iedereen weet en voelt dat van nature. Je gezin heb je het meest lief, en als ouder moet je dan ook alles op alles zetten om te zorgen dat hen niets overkomt. Je moet er altijd voor ze zijn.
Dan komt de dag die je als ouder vreest: een wildvreemde laat-veertiger doet zich voor als een tiener om je veertienjarige dochter te bereiken. Hij laat bloemen en bonbons bij haar op de stoep achter. Je dochter is in gevaar. Wat doe je als ouder, met de heilige plicht tot bescherming?
Eerst probeer je de politie. De lange arm der wet zal je wel beschermen. Je doet aangifte, zegt dat je vreest dat de laat-veertiger aan grooming doet: het contact leggen met een kind om mogelijk in de toekomst pornografisch materiaal te verkrijgen. En wat doet de politie met deze hele serieuze aanklacht? De politie, lange arm der wet, stelt een onderzoek in.
Dit hoor je weinig als de zaak van de wraakvader (of beschermvader, zoals hij ook wordt genoemd), maar de tijdlijn is kort. Op 10 januari 2017 doet de vader voor het eerst aangifte. Zes dagen na de aangifte wordt de aanhouding van de laat-veertiger bevolen. De man die een gevaar vormt voor je dochter zal worden opgepakt, en zal voor de rechter komen.
Wat doe je dan als beschermvader? Je hebt een heilige plicht om je dochter te beschermen en er voor haar te zijn. Ik zou naar huis gaan. Klus geklaard, de gemeenschap is weer een stukje veiliger. Wat moet je dan absoluut niet doen? Zeker als je, zoals de beschermvader, meerdere malen eerder bent veroordeeld voor gewelddadige misdrijven? Wat je niet moet doen is de laat-veertiger op Facebook opzoeken, zijn kenteken achterhalen, zijn zus en nicht benaderen en zijn huis ’s nachts in de gaten houden. Wat je dan zeker niet moet doen is, als de man ’s nachts zijn huis verlaat, hem volgen tot hij zich in een bos bevindt en hem met de scherpe kant van een schop op het hoofd slaan.
Als ouder heb je een heilige beschermplicht. Was de beschermvader thuis gebleven, dan had hij nu nog voor zijn kind kunnen zorgen. Nu kan hij dat vier jaar niet doen. Een beschermvader was thuis gebleven, en had niet de schep in eigen hand genomen.