Ober, er zit plastic in mijn soep.
Ze spelen samen op het schoolplein. Hij en zij. Ze bakken pannenkoeken met steen en bloemetjes. Ze hebben elkaar en de natuur, dat is genoeg. Jaren later maken ze een profielwerkstuk over balans in de natuur. Wetenschappers gebruiken het HAVO werkstuk voor het ontwikkelen van een speciale weegschaal, dat wordt ingezet om de ecologische disbalans te verhelpen.
Ze zit met haar vader in het restaurant. Haar moeder maakt een trip over de oceaan. Zij bestelt aardappels, worteltjes en een klein beetje jus. Hij tomatensoep zonder gehaktballen.
Onderweg was ze veel afval tegengekomen. Op het kruispunt bleef het stoplicht op rood. Ze dacht aan bloemen, opgevouwen was en aan haar kat Marcel. Tijdens het oversteken zag ze een jongen met lang haar. Hij had door zijn zwarte gordijnen lachend bij haar naar binnen gekeken. Ze kende hem van tv.
Haar vader knipt met zijn vingers. De ober met opvallende wenkbrauwen staat als een lantaarnpaal naast de tafel.
‘Ober, er zit plastic in mijn soep.’
De ober neemt fronsend het gerecht van de tafel.
‘Dat is vreemd,’ zegt hij, ‘dat is de derde deze week.’
Binnen een paar tellen staat er nieuw kommetje op tafel.
‘Hoe was jouw dag pap?’
Haar vader vertelt dat hij nog niet kan wennen dat mama zo vaak van huis is.
‘Het is net alsof ik zelf niet thuis ben.’
Het gesprek wordt onderbroken door het geluid van twee stoeiende mensen. Een oudere meneer met een boswachteruiterlijk voert de Heimlich-greep uit bij de jongere dame. Ze loopt blauw aan. Moedeloos slaat de oudere met zijn vuist tussen haar schouderbladen. Er vliegt een stuk plastic met soep resten door het Franse restaurant.
Over de stoel van haar vader hangt een plastic rugzakje. De letters zijn vervaagd, de reclame is voorbij. Ze herkent het. Het tasje is ouder dan haar kat Henk. Vroeger bewaarde haar vader daar ook al zijn portemonnee.
Haar vader rekent af met plastic.