JUF JOKE (en de bovenbouwers – deel 2)
Door een verkeerd gelopen operatie kwam ik twee jaar in de rolstoel terecht.
Ik had behoorlijk getraind om het lopen 20 minuten vol te kunnen houden vóórdat ik als vrijwilligster ging werken. De school was heel dichtbij en zitten-lopen-zitten-lopen, kon ik aardig lang volhouden. Soms bracht mijn man me tot de straat vóór de school en liep ik het laatste stukje zelf. Alleen als ik de stad in wilde, moest dat indertijd nog wel met de rolstoel gebeuren.
Heel stil, vanwege de Cito-toetsen passeerde groep 6 mij in de hal om naar boven te gaan.
Hajar flipte uit de rij en drukte een briefje in mijn handen. ‘Voor u.’ zei ze met haar prachtige lach.
Bovenaan stond geschreven:
– ‘Liefe Juf Joke u.bent heel aardig.
– Een slim en liefe Vrouuw,
– Een u trakt moi Kleren,
– vriendelijke Groeten Hajar.’
Zij had me kennelijk in de rolstoel zien zitten en in haar tekening had zij mij in een bakje gepropt en er twee dimensionaal 4 wieltjes naast getekend.
– ‘Juf Joke in rolwagen’, stond erbij.
Ze had me ook staande getekend met hele grote oren.
‘Nee, joh…dat zijn vleugeltjes, je bent een engeltje.’ liet Frank me weten. Ik was er niet zeker van, maar in ieder geval liet ze, door de stralen rond mijn naam en de hartjes, weten dat ze heel blij met me was.
Er lag wel vaker aandoenlijk ‘fanmail’ op mijn bureau. Cadeautjes, briefjes, knipsels en tekeningen, altijd met lieve teksten erbij. Er hangen er nog altijd een paar als een vrolijke slinger aan de muur in mijn huiskamer, zodat ik me die tijd met hen op school zal blijven herinneren.
De bovenbouw, de groepen 6,7 en 8, bevonden zich ook echt allemaal op de bovenverdieping.
De trap was nog een beetje lastig voor me, maar ik beet op mijn tanden en hield me goed vast. Meestal bracht ik uitdraaien of brieven rond als het rustig was. Maar toch gebeurde het een keer toen ik naar beneden wilde gaan, dat deur openvloog en een groep bovenbouwers mij in volle vaart wilde passeren.
‘Ho, ho, ho, jongens, ik heb echt de leuning nodig hoor!’ riep ik een beetje benauwd. Dogukan hield als een gentleman zijn pas even in, om me voor te laten gaan. Dankbaar keek ik achterom en schonk hem mijn goedkeurende lach en een vette knipoog.
Boven het lawaai uit, riep hij over mijn schouders heen:
– ‘Jaha Juf…want u bent wel SUPER – SUPER oud hoor!’
Het bleef een poosje nagalmen in mijn oren.
Zo, Juf Joke! Dat was behoorlijk slikken! Maar na zoveel eerlijkheid kom je wel met beide benen op de grond te staan!
Joke van Zijl