Johan

Jan-Kees Verschuure 26 nov 2018

Vanwege zijn jeugdige leeftijd herinnert ondergetekende zich weinig van de jaren zeventig. Luv, televisie met draaiknoppen en de panfluit van James Galway, daar moet u het mee doen. Het was een tijdperk waarin iedereen een Oostenrijkse pornoster kon zijn, ook de doorrookte buurvrouw en pakweg Johan Derksen. Een tijdperk van oppervlakkig emotioneel leed, te zalven door de aanschaf van psychedelisch behang met de kleur van DDR-augurken. Als u bij het laatste onwillekeurig aan druipsnor Derksen moet denken: sorry, was niet de bedoeling.

We wisten niet beter, omdat er nog zo weinig was. Je kon zelfs nog niet eens met de trein naar Schiphol anno 1979. Uw trouwe scribent maakte toen de zandhopen van de rap wassende Hollandse bloemkoolwijk onveilig in een ribfluwelen kaki spijkerpak met klappertjespistool, terwijl hij zich Hennie Kuiper in de Alpen waande. Op basisschool De Regenboog werd tuinkers gekweekt, de fiets bracht ons de Noordzeekust en softijs uit een automaat. Agnetha en Björn gingen scheiden, maar dat was niet erg. Agnetha kreeg een krultang, en ging nog dramatischer zingen. Van Björn werd weinig meer vernomen.

Jongens noemden elkaar nog geen homo of ukkel op het schoolplein, maar gaven er een goeie mot op. Ze hadden geen gordijntjeshaar, maar netjes hoefde ook niet. Moeders bleef thuis met koekjes, en keek streng maar rechtvaardig. Meisjes droegen witte regenlaarsjes, en wilden nog met je trouwen zonder valse beloftes. Amandelen werden geknipt zonder directe noodzaak, omdat de zorgkosten van iedereen waren. Op de televisie verscheen een cijferklok totdat de uitzending begon. Vol verwachting klopte ons hart en Piet was nog pikzwart. Dat was toen, ja dat was toen. Alleen Johan Derksen, die is er altijd al geweest.