Soms even stilstaan

Eva Klappe 23 okt 2018

Het is een regenachtige vrijdag als ik fiets door de Amsterdamse binnenstad. De regendruppels blijven als spinnenwebben zachtjes op mijn haar liggen. Ik volg een stoet fietsers. Iedereen fietst met krachtige slagen en gebogen hoofd. Sommigen met capuchon. Sommigen met paraplu. Anderen hadden niks (ik). Maar allen hadden wij één ding gemeen; we waren aan het fietsen door Amsterdam. En als je fietst in Amsterdam, dan leer je mensen ontwijken, toeristen aanrijden, zebrapaden negeren en door rood rijden. Terwijl de regen langzaam in mijn jas glijdt, gebeurt er iets onverwachts. Ik knijp met mijn ogen voor de regen en zie tussen de fietsers door dat het stoplicht op oranje springt. Massaal ga ik met mijn medefietsers op de rem. Sommigen geven een tandje bij en fietsen door.
Maar stoppen? Nee. Dat gebeurt niet.
Als je in Amsterdam fietst en het stoplicht is rood, dan blijf je net zo lang slingeren met je fiets tot het weer mogelijk is om verder te gaan. Dit is wanneer er geen verkeer aan komt, of als het weer een groen stoplicht is. En iedereen doet het. Als een stel dronken Engelse toeristen slingeren we gevaarlijk heen en weer, hopend dat het stoplicht van rood weer op groen springt. De eerste die aankomt bij het rode stoplicht kan het paaltje pakken en rustig blijven zitten. Sommigen halen het niet en stappen van hun fiets. Anderen redden het net aan en trappen moeizaam weer terug naar het normale ritme zodra het stoplicht op groen springt. Dit stoplichtdilemma lijkt wel het enige moment dat Amsterdamse fietsers iets vriendelijks hebben.
Ik probeer mijn stuur in korte bochtjes te wringen om op mijn fiets te blijven, maar het lukt niet en ik moet afstappen. Op datzelfde moment springt het stoplicht op groen. Ik hoor mezelf grommen. En ik ben niet de enige. Ik zie naast mij een snor, daarna de man die eraan vast zit in een legergroene regenjas. We kijken elkaar aan. We zijn beide geïrriteerd. Want precies op het moment dat het stoplicht op groen ging, stapten wij af. En nu moeten we allebei weer opstappen. Ik glimlach. Ondanks de regen. De stoet aan fietsers gaat weer van start. Ze hebben haast, want het regent. Maar wat een mooi moment. Dan hoor ik ge-tring en raak ik uit mijn droom. Tijd om weer in de Amsterdamse sleur te komen. Ik stap op en volg de stoet fietsers tot het volgende stoplicht. Rood. Ik blijf slingeren, maar helaas, ik stap af. Ik ben dit keer niet geïrriteerd. Het is soms goed om even stil te staan bij deze kleine momenten. Letterlijk.