Hoestsiroopje

Tara 23 okt 2018

Er is één ding dat ik toch zo vies vind. Zo ongelooflijk onuitstaanbaar ranzig en ronduit goor. Namelijk: mannen die op straat spugen. Echt, waarom? Waarom zou je in bijzijn van anderen, op een openbare locatie, besluiten een flinke hoeveelheid speeksel op te roggelen en met behoorlijk volume voor je op de grond uit te tuffen? Snapte ik niks van. Maar ik heb er even over nagedacht en ik heb een theorie. Ik denk dat het zo ging: lang lang geleden was er een groep hangjongeren. Want heus, hangjongeren zijn van alle tijden. Een jongere van de groep was de alfa jongere. Dat werd niet uitgesproken, maar dat wisten de jongeren gewoon. Het was een mengelmoes van een dominante houding, het steevaste laatste woord en het recht van de sterkste, die deze rangorde bepaalde. Op een dag had de alfa last van vastzittend slijm. Deze vervelende kwaal vormt zich vaak na een ontsteking van het slijmvlies en leidt tot veel hoesten. En ja, met vastzittend slijm is het nou eenmaal onverstandig om, wanneer je zo’n klodder slijm na minutenlange hoestbuien eindelijk op hoest, deze weer door te slikken. Dan ben je weer terug bij af. De alfa nam daarom de verstandige beslissing het voorheen dwarszittende kloddertje tuf uit te spugen. Wat eigenlijk een gevecht tegen een vervelende gezondheidskwaal was, werd door de medehangjongeren opgevat als iets anders. Een protest. Een statement als het ware. Eentje waarmee gezegd werd: ik heb schijt aan deze stoep, deze stad en iedereen die mij veroordeelt, ik spuug erop! Dit werd zo stoer bevonden dat het als een gek overgenomen werd door de medehangjongeren. Als een virus verspreidde deze nieuwe gewoonte zich tijdens verschillende hangsessies met verschillende hangjongeren door heel de regio en daarna door heel het land. Een ware kruisbesmetting. En zo komt dat dit jaren later nog steeds wordt gedaan. Had die jongen nou maar een hoestsiroopje gehad.