15 seconden voor de kunst
‘Wist je dat jullie gefotografeer heel irritant is?’ snauwt een vrouw van rond de vijftig mij (29) en een vriendin (32) toe. We lopen in een museumzaal van ruim 60 vierkante meter met zes andere mensen. Als je het heel irritant vindt, kan je ons gemakkelijk ontwijken. Toch komt de vrouw demonstratief in beeld staan wanneer ik een foto wil maken. Er zit meer achter haar sneer. Ten eerste: er is volgens haar maar één manier om kunst te ervaren, of eerder, er is een superieure manier om kunst te ervaren. Haar zwijgzame tred langs de schilderijen is beter dan mijn fotografeerwerk. Ten tweede: als minderwaardige bezoeker aan deze instelling moet ik mij aanpassen aan haar. Zij mag er meer wezen dan ik.
De media en musea buitelde deze week over elkaar heen om het fotografeerwerk van de millenial te bagatalliseren. Jeweetwel, die jongeren tussen de 38 en 18 jaar, met hun narcistische fotografeerneiging en hun behoefte aan instant gratification. Snel, sneller en snelst moet het gaan, aldus het stereotype. Dat al decennia de gemiddelde bezoeker in het museum rond de 65 jaar oud is, en al decennia de metingen aangeven dat deze kunstliefhebbers gemiddeld maar 15 seconden bij een kunstwerk stilstaan vergeten we even.
Ondanks het geheugenverlies, vraag ik mij af waar überhaupt dat superioriteitsgevoel vandaan komt. We hebben blijkbaar met z’n allen aangenomen dat je in het museum maar op één manier naar kunst mag kijken. Nu de jongeren de ongeschreven regels overhoop gooien, raakt iedereen in paniek. Maar geen zorgen lieve Boomers en Generatie X’ers, er valt zeker veel uit fotografie te halen met betrekking tot kunst. Niet alleen kijken we daardoor langer naar het werk, maar vormt de interactie ook mogelijk een dierbare band met het werk voor later. We maken een eigen narratief, tonen creativiteit en vindingrijkheid (niet alles wordt in een selfiewand gepresenteerd namelijk). Ook zijn we hartstikke sociaal bezig: we delen ervaringen uit met anderen en enthousiasmeren hen het museum in te gaan. En dat laatste werkt. Jongeren durven massaal naar het museum te gaan. Maar – en dat is misschien nog wel het belangrijkste – dat iemand in de rol van fotograaf kruipt, wil niet zeggen dat diegene er niet meer uit kan komen. Dat we na het schieten van een foto niet óók nog in stilte voor het werk kunnen staan. Wel voor maar 15 seconden, we hebben namelijk haast.