Zuigelingen

Zo nu en dan kom ik semi onbedoeld in een social media discussie terecht over een maatschappelijk item waar nogal veel mensen zich door aangesproken voelen en word ik door lichtelijk voyeurisme verleid tot het door scrollen van een erg uit de hand gelopen verbale tennismatch, waarvan de enige conclusie die je eruit kunt trekken is hoe langer de discussie hoe meer mensen het met elkaar oneens zijn en hoe meer mensen het met elkaar oneens zijn hoe meer ze op Neanderthalers gaan lijken. Nu zijn dit op zich geen opzienbarende observaties zul je denken (we volgen allemaal wel eens een discussie op facebook), maar toch heb ik altijd ergens in mijn achterhoofd het idee dat we als mensheid inmiddels een niveau van beschaafdheid hebben bereikt en blijkt dat idee dan niet helemaal toetsbaar als het aankomt op bijvoorbeeld elkaar – of elkaars moeder– niet allerlei ziektes toewensen of beleefdheid in het algemeen. En daar raak ik dan steeds weer wat door van slag. Althans, totdat ik ‘Een kleine geschiedenis van de wereld’ las van E.H. Gombrich, dat de volledige geschiedenis van de mensheid omvat in een notendop, geschreven in Jip & Janneke taal. Ik begreep door ‘Een kleine…’ etc. in één klap waarom we met z’n allen dik in de 21e eeuw nog wat onhandig zijn als mensheid. Tot aan de Verlichting waren we namelijk met niks anders bezig dan elkaars land veroveren, elkaars vrouwen verkrachten (of verbranden), elkaars steden of dorpen aan het verwoesten en elkaar tot slaaf aan het maken, als we elkaar niet aan het vermoorden waren in naam van een door God verkozen heerser. We zijn dus pas een krappe 300 jaar (de moderne mens loopt zo’n 200 000 jaar rond op aarde) geleden op het idee gekomen dat we eigenlijk best wat gezelliger met elkaar om zouden kunnen gaan en dat elk mens misschien toch wel een soort universele onvervreemdbare rechten heeft, al is het maar dat je niet doodgeslagen wordt omdat je toevallig in de wegloopt. En dat houden we (met ups en downs, dat wel) nu in bepaalde delen van de wereld al een behoorlijke tijd (min of meer) vol.

Dit alles knoop ik in mijn oren voor het moment dat de zwarte pieten discussie weer van start gaat (en dat is al bijna), vertederd zal ik dan door de polariserende, opruiende en ongenuanceerde comments scrollen en bij mezelf denken, ach we komen net kijken, we zijn eigenlijk nog zuigelingen, nauwelijks van de borst, we moeten het nog leren. Maar dat komt wel, ik heb er een merkwaardig soort vertrouwen in.